Onze mensen en middelen
In de paragraaf bedrijfsvoering wordt de prognose en verdeling van het capaciteitsbudget gepresenteerd. Dit capaciteitsbudget is een door de Raad goedgekeurd budget. Het capaciteitsbudget kan, gedurende het jaar, uitgebreid worden door incidentele gelden vanuit het Rijk en materiële gelden*. Zoals afgesproken worden alleen de afwijkingen op dit bestuurlijk goedgekeurd budget toegelicht.
*Materiele budgetten zijn budgetten die initieel bedoeld zijn voor het inkopen van goederen en/of diensten, maar omgezet kunnen worden voor het betalen van salarissen óf medewerkers externe inhuur.
Bedragen x € 1.000 | |||
Salaris en inhuurkosten | Realisatie 2020 | Prognose VJN 2021 | Prognose 2022 |
---|---|---|---|
Totale capaciteitsbudget | 108.902 | 115.650 | 111.900 |
Salariskosten personeel | 91.486 | 96.550 | 100.300 |
Externe inhuur bij ziekte en vacatures | 6.645 | 6.500 | 5.000 |
Externe inhuur uit hoofde van flexibele schil | 10.771 | 12.600 | 6.600 |
Tabel 1 Prognose salaris- en inhuurkosten 2022
Werking van het capaciteitsbudget
Het capaciteitsbudget bestaat uit drie componenten: de salariskosten personeel, de inhuur bij ziekte/vacatures en de inhuur flexibele schil. Dit zijn communicerende vaten, d.w.z. dat salariskosten omgezet kunnen worden naar inhuurbudget en vice versa. Uitgangspunt hierbij is dat het totale budget niet overschreden wordt. Dit totale budget kan wel incidenteel worden opgehoogd, mits de toename van het capaciteitsbudget wordt gedekt door de inzet van materiële budgetten dan wel additionele baten (rijksbijdragen, projectgelden, subsidies en overige baten).
Het beleid is dat een budgethouder (“op basis van geplande bedrijfsvoering en geplande prioriteiten”) zijn capaciteitsbudget over de drie componenten kan verdelen.
Toelichting wijzigingen capaciteitsbudget
In de prognose voor 2022 wordt rekening gehouden met ruimte voor het aanstellen van vast personeel, en is circa 2 mln. omgezet van inhuur naar vast personeel. Dit sluit aan bij het uitgangspunt “vast werk wordt uitgevoerd door vast personeel”.
De afname van de inhuurkosten in het capaciteitsbudget kan worden verklaard doordat we verwachten dat er nauwelijks meer sprake is van inhuur vanwege corona (circa 3 mln.).
Daarnaast is er een indexatie doorgevoerd van 1,5%* op de salariskosten en heeft er een formatie-uitbreiding plaatsgevonden bij de sector Frontlijn. Dit betreft uitbreiding van de capaciteit voor het Zorg- en Veiligheidshuis.
* Het indexpercentage van 1,5% is gebaseerd op de CPB raming van maart 2021 conform vastgestelde werkwijze.
Inhuurkosten
Bedragen x € 1.000 | |||
Inhuurkosten | Realisatie 2020 | VJN 2021 | Prognose 2022 |
---|---|---|---|
Totaal inhuurkosten | 19.718 | 21.600 | 14.100 |
Externe inhuur bij ziekte en vacatures | 6.645 | 6.500 | 5.000 |
Externe inhuur uit hoofde van flexibele schil | 10.771 | 12.600 | 6.600 |
Inhuur m.b.t. externe expertise | 2.302 | 2.500 | 2.500 |
Tabel 2 Prognose inhuurkosten 2022
De prognose van de inhuur voor 2022 wijkt af van de gerealiseerde inhuur in het verleden. Dit komt doordat een groot deel van de inhuur niet wordt begroot. Deze niet begrote inhuur is afhankelijk van het aantal niet vervulde vacatures, uitval door ziekte en keuzes die in verschillende programma’s / projecten gedurende het jaar worden gemaakt. Daarnaast hebben we te maken met incidentele geldstromen vanuit het Rijk voor bepaalde taken en/of programma’s en eventuele omzetting van materiële budgetten. Gekeken wordt dan naar wat nodig is op een bepaald moment.
De prognose m.b.t. externe expertise is wel gebaseerd op de realisatie van de afgelopen jaren.
Vergelijking met benchmark A&O fonds
Bij het opstellen van de prognose inhuurkosten houden we rekening met de benchmark van andere 100.000+ gemeenten middels de KPI “Externe inhuur als % van ‘totale loonsom + inhuurkosten’. De prognose inhuurkosten voor 2022 is gebaseerd op de verwachte inhuurkosten aangevuld met verwachte extra gelden (vanuit het Rijk en/of materiële budgetten) waarbij het streven is onder de benchmark van het A&O fonds te blijven.
Jaar | Zaanstad: | Benchmark A&O fonds 100.000+ gemeenten: |
---|---|---|
2018 | 18,9% | 21,4% |
2019 | 15,2% | 18,8% |
2020 | 17,7% | 20,2% |
VJN 2021 | 18,3% | |
Begroting 2022 | 15,6%-17,0% |
Externe inhuur in percentages
Kosten externe inhuur in percentages | Realisatie 2020 | Prognose VJN 2021 | Prognose 2022 |
---|---|---|---|
Externe inhuur als percentage van totale loonsom + totale kosten inhuur externen | 17,7% | 18,3% | 15,6%-17,0% |
Kengetallen capaciteit | Realisatie 2020 | Prognose VJN 2021 | Prognose 2022 |
---|---|---|---|
KPI capaciteitsbudget per inwoner | €693 | €731 | €709 |
*Aantal inwoners respectievelijk 1 januari 2019: 155.901, 1 januari 2020: 157.100, 1 januari 2021: 158.273 (Bron: Zaanstad in Cijfers)
Bedrijfsvoering | Realisatie 2020 | Prognose 2021 | Prognose 2022 |
---|---|---|---|
KPI Overhead als % van totale brute exploitatielasten | 8,6% | 9,4% | 9,1% |
Ontwikkelingen op het gebied van personeel en arbeid
Update tegemoetkoming reiskosten
In 2020 hebben we met de vakbonden in het Lokaal Overleg een voorlopig onderhandelingsresultaat bereikt over een tegemoetkoming in de reiskosten. In de begroting voor 2021 was hiervoor geld vrij gemaakt. De voorgestelde tegemoetkoming betekent een bijdrage in de reiskosten van het openbaar vervoer (OV) vanaf 10 kilometer woon-werkreis. Daarnaast blijft de huidige uitruil (deels) van kracht. Door de coronamaatregelen heeft het reizen van en naar werk voor veel collega’s echter een heel ander patroon gekregen. De introductie van deze regeling heeft daarom op zich laten wachten. In overleg met de bonden wordt momenteel een nieuwe ingangsdatum bepaald.
Onderhandelingen Cao Gemeenten
De Cao Gemeenten liep op 1 januari 2021 af. De onderhandelingen over de nieuwe cao zijn op 1 november 2020 gestart. Onderwerpen waarover gesproken wordt zijn o.a. een loonsverhoging, een eenmalige uitkering, thuiswerken, bovenwettelijk verlof, spaarverlof en afspraken over sociale zekerheid. Na het laatste overleg op 19 februari 2021 hebben de vakbonden het overleg opgeschort. Ten tijde van het opstellen van de begroting is de verwachting dat de onderhandelingen na de zomer van 2021 hervat worden.
Pensioenakkoord
Op 12 januari 2021 is het wetsvoorstel ‘Bedrag ineens, RVU* en verlofsparen’ aangenomen door de Eerste Kamer. Dit wetsvoorstel is onderdeel van het pensioenakkoord. Drie maatregelen uit dit akkoord zijn in het wetsvoorstel uitgewerkt. Van de drie maatregelen heeft alleen de verruiming van de RVU-mogelijkheden (RVU-vrijstelling) invloed op Zaanstad. De directie heeft besloten om geen generieke regeling op basis van het pensioenakkoord vast te stellen. In plaats daarvan kan maatwerk toegepast worden om te zorgen dat iedere medewerker in Zaanstad op een vitale manier zijn/haar pensioengerechtigde leeftijd kan bereiken, indien nodig door eerder te stoppen met werken. De komende tijd zal hier binnen Zaanstad meer aandacht aan besteed worden, met name op afdelingen met zware beroepen.
* Regeling voor Vervroegde uittreding