Bestuurlijke hoofdlijnen
Een solide basis voor onze Zaanse toekomst
De voorliggende begroting 2022-2025 is de laatste begroting van het huidige college. In deze bestuursperiode heeft dit college, ondanks financiële onzekerheden en de coronacrisis, Zaanstad verder gebracht. Zowel fysiek als sociaal maatschappelijk op het gebied van jeugd, onderwijs, werk en zorg. We hebben het grootste deel van onze ambities uit het coalitieakkoord (‘de molen op de wind zetten’) kunnen realiseren. We hebben geïnvesteerd in meer groen in de openbare ruimte, het bouwen van woningen, de bereikbaarheid en infrastructuur, duurzaamheid én klimaatadaptatie. We zetten in op preventie bij jeugd, armoede, veiligheid en zorg, het bevorderen van kansengelijkheid én voldoende werkgelegenheid voor al onze inwoners. We hebben er daarom voor gekozen om het huidige beleid Participatie naar werk voort te zetten, volop door te gaan met het uitvoeren van onze ambities op het gebied van duurzaamheid en extra financiële middelen vrij te maken voor wijken waar de meest kwetsbare inwoners wonen, zoals in Poelenburg en Peldersveld. Met als doel een vitaal, economisch sterk en sociaal Zaanstad.
In de voorliggende begroting heeft het college belangrijke afwegingen moeten maken om het beste te doen voor de inwoners van Zaanstad. Met als uitgangspunt een sluitende en toekomstbestendige begroting. Geen drastische bezuinigingsmaatregelen die onomkeerbare maatschappelijk schade in de samenleving toebrengen, maar daar waar het mogelijk is de basis leggen voor een solide herstel om van daaruit verder te kunnen investeren. Ook is er voor gekozen om de algemene lasten van onze inwoners, zoals OZB en parkeertarieven, niet verder te verhogen dan de inflatiecorrectie. Dat betekent wel dat we sommige ambities nog niet kunnen realiseren. Onze stevige lobby richting Rijk heeft extra rijksmiddelen opgeleverd om te investeren in een aantal noodzakelijke maatregelen in de jeugdzorg.
De inzet op de Woningbouwimpuls en het Volkshuisvestingsfonds voor kwetsbare wijken levert de komende 30 jaar een forse investering van extra financiële middelen van honderden miljoenen op voor gebiedsontwikkeling, maatschappelijke voorzieningen en de kwaliteit van de openbare ruimte. Een nieuw bestuur heeft daarmee een mooi toekomstperspectief.
We hebben ‘de molen op de wind’ gezet
De coronapandemie vroeg begin 2020 onverwacht om grote wendbaarheid van ons als inwoner, ondernemer, maatschappelijke instelling, bestuur en organisatie om de stad vitaal te houden. Alle analyses wijzen erop dat de crisis grote impact heeft op de inwoners van Zaanstad, nu en in de toekomst. Inwoners die het al moeilijk hadden, zijn nóg kwetsbaarder geworden. Als college hebben we daar voortvarend op ingespeeld door inwoners, ondernemers en instellingen met financiële regelingen te ondersteunen, zoals de TOZO, TONK en vanuit het programma ‘de Vitale Stad’. We zien dat de werkeloosheid laag is gebleven in Zaanstad en de economische en culturele sector voorzichtig uit het dal klimt. Op dit moment kunnen we de effecten van corona opvangen met de middelen die het Rijk ons daarvoor geeft.
Bijzonder is de veerkracht van Zaankanters tijdens deze pandemie. Als we iets geleerd hebben van de impact van corona, is het de ‘kracht van de gemeenschap’. Veel vrijwilligers en instanties hebben geholpen met bijvoorbeeld het organiseren van alternatieve sportactiviteiten, de bestrijding van eenzaamheid in de buurt of het ondersteunen van de voedselbank.
Ondanks de coronacrisis is het gelukt om veel van onze ambities uit het coalitieakkoord te realiseren, we hebben ‘de molen op de wind gezet’ én gehouden. Dat hebben we kunnen doen met hulp van en in nauwe samenwerking met onze partners.
In de afgelopen periode is de basis gelegd voor het versneld bouwen voor onze toekomstige Zaankanters. Er staan circa 15.000 woningen tot 2040 in de planning. Tot 2030 zullen we in de versnellingsgebieden 10.000 woningen start bouw realiseren. Een groot aantal mensen is aan werk geholpen door de aanpak ‘Op weg naar werk of meedoen’. Sinds 2018 heeft in 2020 84% van de uitkeringsgerechtigden een plan van aanpak en is het percentage huishoudens met een bijstandsuitkering gedaald van 6,0 % naar 5,2%. Voor de Zaanse infrastructuur, mobiliteit en het leefbaar houden van onze wijken zijn is de basis gelegd met het Zaans Mobiliteits Plan en trajecten zoals de Thorbeckeweg en de Guisweg. Met het vaststellen van het bomenbeleidsplan ‘Bomen, De longen van de stad 2020 – 2050’ is het belang van bomen en de mate waarin onze bomen bijdragen aan een gezond, aangenaam en aantrekkelijk leefklimaat in de stad, onderstreept. Op het gebied van ondermijning is met het BOT 075 (Back on Track) programma een duurzame aanpak tegen ondermijnende jeugdcriminaliteit opgezet . De aanpak van drugshandel op straat en het bezit van messen laat zien dat dit nodig is. Binnen de aanpak van veiligheid hebben we ingezet op preventief fouilleren, inzet van cameratoezicht bij verschillende incidenten. Preventie heeft nog meer aandacht gekregen door de inzet van persoonsgerichte aanpakken op risico jongeren en zwaardere criminelen (Aanpak 075).
Met het uitvoeringsplan Klimaatadaptatie geven we richting aan hoe we Zaanstad gezond, leefbaar en veilig houden tegen de achtergrond van klimaatverandering. En ook in het landelijk gebied pakken we grote vraagstukken van bodemdaling, stikstof, natuurherstel, biodiversiteit en klimaatverandering op bij het opstellen van een gebiedsvisie voor de polder Westzaan. Andere concrete voorbeelden zijn de investeringen in het onderwijs en het uitvoeringsplan Cultuurvisie. Hiermee leggen we de basis voor een toekomstbestendig Zaanstad.
De huidige financiële onzekerheid is groot
Het moment waarop deze begroting is opgesteld, kenmerkt zich door onzekerheid. Onzekerheid over de (lange termijn) gevolgen van de coronacrisis, onzekerheid over de financiële bijdragen die wij van het Rijk mogen verwachten en over de keuzes die het nieuwe kabinet gaat maken. Op verschillende dossiers is overleg met het Rijk gaande over financiële compensaties, herverdeling van middelen of stelselwijzigingen waardoor gemeenten beter op de uitvoering en uitgaven kunnen sturen. Dat speelt onder meer bij de herijking van het gemeentefonds en de roep om de zogeheten opschalingskorting terug te draaien. Breder is er onzekerheid bij de duurzaamheidsopgave en de invoering van de omgevingswet waar op beide thema’s onderzoeken plaatsvinden naar de omvang van de bedragen die gemeenten hiervoor van het Rijk zouden moeten ontvangen voor de uitvoering van deze opgaven.
De Voorjaarsnota 2022 had geen financieel sluitend meerjarenbeeld, dit in afwachting van financiële bijdragen van het Rijk. Het uitgangspunt bij het opstellen van deze begroting is een sluitend financieel meerjarenbeeld in de begroting 2022-2025. Enerzijds om een solide begroting door te geven voor de nieuwe bestuursperiode, anderzijds om ook een inhoudelijke begroting te realiseren die juist nu goed is voor Zaanstad. Door het Rijk zijn extra middelen beschikbaar gekomen voor de Jeugdzorg. Deze middelen komen samen met een taakstelling en maatregelen van het Rijk om de kosten in de toekomst verder aan banden te leggen en de hulp aan te bieden die echt nodig is. Om alle maatregelen te kunnen nemen is nog extra aanvulling van het Rijk nodig. Conform landelijke afspraken tussen gemeenten en Rijk kunnen we deze extra middelen nog niet in de begroting verwerken. Dit is afhankelijk van een nieuw kabinet.
Als zittend college nemen wij juist nu onze verantwoordelijkheid om zo een solide financiële basis te leggen, herstel op korte termijn mogelijk te maken en een goed perspectief te creëren voor een nieuwe collegeperiode. De toekomst echter ziet er veelbelovender uit, onze inspanningen op het binnenhalen van externe financiering betaalt zich de komende jaren uit.
De financiële onzekerheid belemmert ons in het uitvoeren van een aantal aanvullende ambities die horen bij de groei die Zaanstad doormaakt. We hebben moeten bijsturen om tot een sluitende begroting te komen en dat betekent simpelweg dat niet alles kan. Bestuurlijke aandachtspunten, zoals het opstellen van beleid rond woonwagens en woonschepen of het inlopen van achterstanden in de openbare ruimte, zijn belangrijke zaken die de raad in diverse moties van ons gevraagd heeft en wij volledig onderschrijven. De realiteit is echter dat hiervoor geen financiële ruimte is te vinden zonder óf de rekening bij de inwoners neer te leggen óf op andere punten financieel uit de pas te gaan lopen en daarmee toekomstige investeringen in gevaar te brengen. Dit zelfde geldt voor het bio divers maaibeleid en de extra toiletten in de openbare ruimte. Onze financiële mogelijkheden zijn op dit moment beperkt. Zodra de actuele financiële ontwikkelingen het mogelijk maken, bijvoorbeeld bij de decembercirculaire of extra middelen van het Rijk, komen wij met voorstellen naar de raad.
Zaanstad groeit en dit biedt kansen
De komende jaren staan in het teken van de groei van Zaanstad. Voor de groei van de stad zijn middelen beschikbaar voor woningbouw, zoals de rijksmiddelen voor de bouwimpuls en ons eigen Transformatiefonds. De afspraak is hierbij dat de verstedelijkingsopgave kwaliteit moet toevoegen. De groei van Zaanstad moet hand-in-hand gaan met een evenredige groei van de maatschappelijke voorzieningen, de dienstverlening aan de burgers, het beheer van de openbare ruimte en het duurzaam en groener maken van de stad. Via ons maatschappelijke voorzieningenmodel krijgen we steeds beter zicht op welke voorzieningen nodig zijn in onze groei-wijken. De verstedelijking vraagt ook om een evenredige groei van de dienstverlening en het beheer van de openbare ruimte en sportaccommodaties. Hier ligt een opgave voor de komende jaren om die evenwichtige groei mogelijk te maken.
In 2022 start Zaanstad met de bouw van 2.000 woningen. Grote nieuwbouwprojecten zijn Poelenburg Oost, Meneba, Zaanse Helden, Houthavenkade, Hofwijk Noord (waaronder Kan Palen) en Oostzijderpark. Sociale huur- en betaalbare koopwoningen vormen een belangrijk onderdeel van deze plannen. Daarnaast kijken we bij bouwprojecten steeds meer naar klimaatadaptatie en natuurinclusief bouwen.
Investeren in Jeugd
Met de aangekondigde middelen vanuit het Rijk voor de jeugdhulp kunnen wij door met de ingezette maatregelen om jeugdigen de hulp te bieden die zij nodig hebben. Na de decentralisatie van de jeugdzorg van het Rijk naar de gemeente zien wij een toenemende vraag van jeugdigen en de inzet van zorg. We bieden laagdrempelige zorg aan en bereiken dus veel jeugdigen. De keerzijde daarvan is dat kosten de afgelopen jaren behoorlijk zijn opgelopen; het aantal kinderen neemt toe, maar ook de behandelkosten nemen toe. Dit speelt niet alleen in Zaanstad, vele gemeenten kampen met dezelfde problematiek. Op basis van een stevige lobby richting het Rijk zijn er nu middelen vanuit het Rijk beschikbaar gesteld. Bij een nieuw kabinet worden meer maatregelen verwacht om kosten van de jeugdzorg beheersbaar te krijgen, bijvoorbeeld de aanpassing van de Jeugdwet. Met deze middelen kunnen we verdergaande stappen zetten in de preventie om het aantal jeugdigen dat in de jeugdhulp terecht komt te verkleinen, uitstroom te bevorderen en te zorgen dat hulp daar terecht komt waar hij het meest nodig is.
Indicatoren
Elk begrotingsprogramma bevat een set indicatoren en kerncijfers. Een totaaloverzicht van de indicatoren is hieronder gepresenteerd. Bij de start van deze bestuursperiode heeft het college bij alle indicatoren streefwaarden voor 2022 vastgesteld. De streefwaarden geven de bewegingsrichting en ontwikkeling aan die het college voor ogen heeft. Het college heeft hiermee beoogd het gesprek met de raad over de ambities te faciliteren. Veelal is het behalen van een streven echter van meer factoren afhankelijk dan van het handelen van het college alleen. De indicatoren en realisaties vormen daarmee de start van het gesprek over de mate waarin de ontwikkelingen naar wens verlopen en of verder ingrijpen of bijsturen nodig is.
Inmiddels is 2022 het komende begrotingsjaar en heeft het college goed zicht op de haalbaarheid van de eerder vastgestelde streefwaarden. Hieronder wordt dat duidelijk wanneer de waarden in de kolommen ‘Begroting 2022’ en ‘Streefwaarde 2022’ met elkaar vergeleken worden. Opvallende verschillen worden toegelicht in de betreffende begrotingsprogramma’s (dat geldt ook voor de asterisks).
Naam | Realisatie 2017 | Realisatie 2018 | Realisatie 2019 | Realisatie 2020 | Begroting 2022 | Streef- | Bron |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Onderwijs, jeugd en zorg | |||||||
% Doelgroepkinderen dat deelneemt aan voorschoolse educatie, reguliere opvang of opvang bij gastouder | 81,0% | Ntb | 82% | 80% | 83,5% | 83,5% | GGD |
% Schooladviezen basisschool havo/vwo | 45% | Ntb | 46% | 44% | 44% | 48% | DUO |
% Jeugdigen dat ondersteund wordt door jeugdteam | 8,6% | 8,7% | 9,3% | 8,7% | 8,8% | 8,9% | Gemeentelijke registratie |
% Jeugdigen met specialistische jeugdhulp | 7,4% | 8,1% | 8,4% | 9,4% | 9,4% | 8,3% | Gemeentelijke registratie |
% Inwoners 18+ dat wordt ondersteund door wijkteam | 7,8% | 8,3% | 8,4% | nnb* | 9,0% | 9,0% | Gemeentelijke registratie |
% Inwoners 18+ met een WMO voorziening/begeleiding | 7,0% | 7,2% | 7,3% | 7,4% | 8,0% | 7,4% | Gemeentelijke registratie |
% Inwoners dat zich beter kan redden door de specialistische ondersteuning | 81% | 81% | 83% | nnb | 81% | 81% | Gemeentelijke registratie (cliënt-ervaringsonderzoek) |
% Inwoners dat de kwaliteit van de specialistische ondersteuning goed vond | 81% | 82% | 86% | nnb | 81% | 81% | Gemeentelijke registratie (cliënt-ervaringsonderzoek) |
Werk, inkomen en economie | |||||||
% Uitkeringsgerechtigden met een plan van aanpak (meting vanaf 2019) | nvt | N.B. | 35% | 84% | 85%* | 90% | Gemeentelijke registratie |
% Plannen van aanpak waarvan de resultaten zijn gehaald (meting vanaf 2018) | nvt | N.B. | 60% | 29% | 60%* | 70% | Gemeentelijke registratie |
% Uitstroom uit de bijstand t.o.v. het totaal aantal mensen in de bijstand | 22% | 22% | 20% | 14% | 20%* | 35% | Gemeentelijke registratie |
Vestigingsbegeleiding (aantal) | 86 | 75 | 82 | 70 | 70 | 100 | Gemeentelijke registratie |
Acquisitie van bedrijven (aantal) | 15 | 12 | 11 | 15 | 15 | 15 | Gemeentelijke registratie |
Aantal circulaire aanbestedingen | 0 | N.B. | 7 | 10 | 12 | 10 | Gemeentelijke registratie |
CO-2 uitstoot (ton) | 861.900 | 858.631 | 806.300 | nnb | 800.000 | 800.000 | De nationale klimaatmonitor |
Maatschappelijke ontwikkeling | |||||||
% Inwoners dat zegt te sporten | 64% | 65,1% | 64% | 66% | 67%* | 68% | Zaanpeiling |
% Inwoners dat zegt (zeer) tevreden te zijn over de sportvoorzieningen in de eigen buurt | 55% | 56% | 54% | 53% | 57% | 61% | Zaanpeiling |
% Inwoners dat zegt (zeer) tevreden te zijn over de culturele voorzieningen in de hele gemeente | 52% | 47% | 53% | 47% | 50%** | 65% | Zaanpeiling |
% Inwoners dat zegt (zeer) tevreden te zijn over de voorzieningen basisonderwijs in de eigen buurt | 74,3% | 71% | 71% | 72% | 72% | 63% | Zaanpeiling |
Ruimtelijke en gebiedsontwikkeling | |||||||
Aantal woningen start bouw (meting vanaf 2019) | n.b. | n.b. | 501 | 635 | 2000 | 1.000 | Gemeentelijke registratie |
Aantal intentie en anterieure overeenkomsten om nieuwe ontwikkellocaties van de woningbouwopgave te faciliteren | 1 | 7 | 6 | 8 | 3 | 3 | Gemeentelijke registratie |
Aantal door woningcorporaties jaarlijks op te leveren huurwoningen | 88 | 50 | 26 | 10 | 228* | 300 | Monitor prestatie-afspraken |
Aantal verbeterde funderingen van particuliere woningen per jaar | 113 | 98 | 159 | 143 | 150** | 300 | Gemeentelijke registratie |
Buitenruimte, vastgoed en bereikbaarheid | |||||||
% Inwoners dat tevreden is over de verkeersveiligheid in de eigen buurt | 38% | 45% | 49% | 43% | 60% | 70% | Zaanpeiling |
% Inwoners dat tevreden is over bereikbaarheid van de buurt per fiets | 88% | 92% | 91% | 92% | 90% | 90% | Zaanpeiling |
% Inwoners dat tevreden is over bereikbaarheid van de buurt per auto | 73% | 79% | 79% | 79% | 80% | 80% | Zaanpeiling |
% Inwoners dat parkeren als grootste probleem in de buurt ziet | 13% | 20% | 21% | 19% | 20% | 10% | Zaanpeiling |
% Areaal openbare ruimte met een onderhoudsachterstand | 20% | 18% | 19% | 18% | 19% | 19% | Gemeentelijke registratie |
% Hoeveelheid gescheiden afval als aandeel van de totale hoeveelheid ingezameld afval | 50% | 44% | 46% | 54% | 56% | 60% | HVC |
Veiligheid, handhaving en publieke dienstverlening | |||||||
Oordeel inwoners over de veiligheid in het uitgaansgebied in het centrum van Zaandam, overdag | 7,3 | 7,3 | 7,5 | 7,4 | 7,3 | 7,3 | Zaanpeiling |
Oordeel inwoners over de veiligheid in het uitgaansgebied in het centrum van Zaandam, 's avonds | 5,9 | 5,7 | 5,9 | 5,6 | 5,8* | 6,1 | Zaanpeiling |
Totaal aantal misdrijven | 6.924 | 6.429 | 7.109 | 7.038 | 7.000 | 7.000 | Politie.nl/politiecijfers |
Aantal misdrijven High Impact (inbraak, geweld, straatroof, overval) | 1.157 | 1.076 | 1.130 | 1.028 | 1.000 | 1.200** | Politie.nl/politiecijfers |
% Terugbelverzoeken afgehandeld binnen termijn | 77% | 75% | 77% | 70% | 77%*** | 85% | Gemeentelijke registratie |
Waarderingscijfer website zaanstad.nl en telefonie | 7,1 | 7,5 | 7,4 | 8,0 | 8,0 | 7,7 | Gemeentelijke registratie |
Bestuur en financiën | |||||||
Oordeel van inwoners in welke mate zij betrokken worden bij de totstandkoming van gemeentelijke plannen | 5,7 | 5,9 | 5,7 | n.b. | 6,0 | 6,5 | Zaanpeiling |
% Openstaande debiteuren einde van het jaar* | 4,6% | 5,7% | 6,1% | 12,6% | 9%* | <4,0% | Gemeentelijke registratie |
% Gehonoreerde WOZ-bezwaren t.o.v. totaal aantal WOZ objecten | 0,3% | 0,5% | 0,6% | 0,7% | 0,7% | <0,5% | Gemeentelijke registratie |