Publiekrechtelijk
- Publiekrechtelijk Recreatieschap Alkmaarder en Uitgeestermeer(Bedragen x €1.000)Recreatieschap Alkmaarder en UitgeestermeerRechtsvorm:
Gemeenschappelijke regeling - openbaar lichaam
Oprichtings-/publicatiedatum:5 april 2007Vestigingsplaats:UitgeestToezichtsregime:middelOpenbaar belangHet Recreatieschap Alkmaarder- en Uitgeestermeer (RAUM) is een samenwerkingsverband van twaalf omliggende gemeenten en de provincie Noord-Holland. Het zet zich in voor:
- het verzekeren van een evenwichtige ontwikkeling van de recreatie en de watersport op en rondom het meer en aangrenzende gebieden;
- het tot stand brengen, bewaren en onderhouden van het landschap en een evenwichtig natuurlijk milieu dat is afgestemd op het onder bovenstaande geformuleerde.
Bestuurlijk belangWethouder Breunesse lid van het Algemeen Bestuur, plaatsvervanging door wethouder Krieger
Stemverhouding: 12,5%Actualiteiten en risico'sAlgemeen beeld
Het reguliere programma voor 2021 is voor het grootste deel conform de planning en begroting 2020 uitgevoerd. De voornaamste reguliere werkzaamheden bestaan uit het beheer en onderhoud van de recreatiegebieden, die onder het recreatieschap vallen. Daarnaast beheert het RAUM vastgoedcontracten, die ook opbrengsten genereren. Verder is ook het toezicht houden op het gebruik van de recreatiegebieden bij het RAUM ondergebracht. Tot slot werkt het recreatieschap aan het actueel houden en vernieuwen van het aanbod om aan te sluiten bij wensen en behoeften van de recreant.
Actualiteiten
- In 2021 is de Visie RAUM vastgesteld. Het merendeel van de participanten, waaronder onze gemeente, heeft een zienswijze hierover uitgebracht. Momenteel wordt gewerkt aan het opstellen van het Meerjaren Uitvoeringsprogramma. Planning is, dat eind 2021 dit programma wordt vastgesteld. Door inzet van de reserve van het deelgebied IJmond- Zaanstad, groot € 950.000, binnen het RAUM is er in ieder geval budget voor de uitvoering van projecten in het deelgebied IJmond-Zaanstad. Daarbij wordt ook een koppeling gelegd met projecten van het Zaans Groen- en Waterplan, die in dit deelgebied spelen, zoals aanleg van een Boerenlandpad Kreekrijk – Busch en Dam en een verdere ontwikkeling van het wandelnetwerk in dit gebied en de verdere aanleg van fietspaden in het Omzoomgebied.
- In 2022 staan de volgende werkzaamheden op de rol:
- Ondersteuning van de ondernemers en de betrokken organisaties op het Erfgoedpark De Hoop bij de verdere uitbreiding van dit erfgoedpark;
- Verder uitbreiding van faciliteiten van Landgoed van Rorik zoals vermeld in het ondernemingsplan Landgoed van Rorik.
- Realiseren van financieel evenwicht voor de lange termijn waarbij voor groot onderhoud en vervangingen met de beschikbare middelen door enerzijds bezuinigingen door te voeren en anderzijds meer inkomsten te genereren, conform de besluitvorming uit 2013;
- De bestrijding van waterplanten in het Alkmaarder- en Uitgeestermeer, ingeval van overdadige groei van waterplanten.
- De ontwikkeling bij Dorregeest in de vorm van aanleg van vooroevers;
- De gewijzigde aanpak Waterkwaliteit bij het Zwaansmeer, al dan niet gekoppeld aan de uitvoering van het Vitaal Platteland-Alkmaarder- en Uitgeestermeer ter verbetering van de zwemwaterkwaliteit;
- Het verder uitvoeren van de oever- en natuurontwikkeling Saskerleidam – fase 2; en
- Het voeren van omgevingsmanagement bij bovenstaande ontwikkelingen.
- Pontje Molletjesveer heeft veel last van hangjongeren, die hinder richting passanten veroorzaken. Samen met onze gemeente wordt in het najaar 2021 gekeken, wat de alternatieven zijn, zoals verplaatsing van het pontje richting de Tapsloot en gebruik maken van een vrij varend elektrisch pontje. Vanaf het nieuwe seizoen in 2022 moet de gekozen oplossing functioneel zijn.
Financieel beeld
In het AB van begin juli zijn de zienswijzen op de kadernota 2022 besproken. De reactie van het AB RAUM op de zienswijze van gemeente Zaanstad is als volgt:
Het recreatieschap is van mening dat reeds de nodige stappen en verbeterslagen zijn gemaakt. Het beleid van RNH is om dit proces nog verder te verbeteren en te zorgen voor een juiste en adequate informatievoorziening en –verantwoording. Het advies van de gemeente Zaanstad wordt meegenomen bij de verdere professionalisering van de P&C-cyclus en bij de opzet van de kadernota’s in het bijzonder, te beginnen bij de kadernota 2023.
De kadernota 2022 is conform vastgesteld. De begroting 2022 is in dezelfde vergadering vastgesteld. In de begroting zijn de kaders uit de kadernota 2022 overgenomen en meer in detail uitgewerkt. Daarmee is de begroting op hoofdlijnen gelijk aan de kadernota. Er zijn in de begroting géén (beleids)wijzingen doorgevoerd. Daarom wordt de begroting niet voor zienswijze aangeboden aan de raden van de deelnemende gemeenten.
Het verwachten financieel resultaat over 2022 volgens de programmabegroting 2022 van het RAUM eindigt met een positief saldo:
Deelgebied Alkmaarder- en Uitgeestermeer: -/- € 2.171 negatief
Deelgebied IJmond – Zaanstad € 67.365 positief
Totaal € 65.194 positief
Instellen van bestuursbureau recreatieschappen
In 2021 heeft besluitvorming plaatsgevonden over het instellen van een bestuursbureau recreatieschappen. Vanaf 1 januari 2022 wordt dit bureau operationeel. Dit bureau neemt de adviserende rol richting de besturen van de recreatieschappen van Recreatie Noord-Holland B.V. over. De rechtspositie van de medewerkers is gelijk aan die van de provincie Noord-Holland. Het bureau is ook bij de provincie gehuisvest. De bekostiging van het bureau vindt via de begrotingen van de recreatieschappen plaats.
Financiële positie
Een sluitend meerjarenperspectief ter dekking van groot onderhoud voor het deelgebied Alkmaarder- en Uitgeestermeer is haalbaar mits de te verwachten inkomsten de komende jaren ook gegenereerd worden. In dat geval hoeft de participantenbijdrage van de deelnemers niet extra verhoogd te worden. De reservepositie van het deelgebied IJmond-Zaanstad is goed. Het berekende weerstandsvermogen is voldoende. Wel zal via de programmabegroting 2023 in 2022 worden nagegaan of de participantenbijdrage vanaf 2023 eenmalig moet worden verhoogd als gevolg van de instelling van het bestuursbureau recreatieschappen
Zaanstad heeft 12,5% van de stemmen.
Risico's
- Nadelige effecten nieuwe wet Vennootschapsbelastingen.
Beheermaatregelen
- Investeren in verdienvermogen en duurzaam beheer.
middel - Publiekrechtelijk GGD Zaanstreek Waterland(Bedragen x €1.000)GGD Zaanstreek WaterlandRechtsvorm:
Gemeenschappelijke regeling - openbaar lichaam
Oprichtings-/publicatiedatum:01-09-2016Vestigingsplaats:ZaandamToezichtsregime:hoogOpenbaar belangGGD Zaanstreek-Waterland beschermt, bewaakt en bevordert de gezondheid en de sociale veiligheid van alle mensen in de regio. Daarbij staat een preventieve en collectieve aanpak voorop, met specifieke aandacht voor bevordering van participatie en ondersteuning van de eigen regie van mensen. Als uitvoeringsorganisatie van de gemeenten sluit de GGD aan bij de gemeentelijke verantwoordelijkheden in het sociaal domein.
Bestuurlijk belangEen lid van het Algemeen Bestuur (AB) heeft in de vergadering van het AB één stem. In die gevallen waarin Zaanstad en Purmerend zwaarwegende bezwaren hebben tegen een voorstel en met het oog daarop tegenstemmen, leidt die tegenstem tot verwerping van het voorstel. Het voorgaande is niet van toepassing op het voorstel tot vaststelling van de begroting respectievelijk de jaarrekening van de GGD. Wethouder Mutluer is lid van het AB, plaatsvervanger wethouder Slegers
Stemverhouding: 12%Actualiteiten en risico'sTerugblik 2020
- Effecten van Corona
- Ontwikkelingen Veilig Thuis
Vanuit het Rijk zijn met ingang van 2020 extra DUVO middelen ingezet, onder meer om tegemoet te komen aan de toename van het aantal meldingen van Veilig Thuis, het wegwerken van de wachtlijsten en de doorontwikkeling van Veilig Thuis. Hiervoor is in 2020 een regionaal plan van aanpak opgesteld.
De doorontwikkeling ziet toe op verbeterde proces- en samenwerkingsafspraken met het lokale veld, inzichtelijke en informatieve kwartaalrapportage, transparante begrotingsopbouw, passende formatieomvang en onderzoek naar meer efficiëntie in interne werkprocessen. Tevens wordt onderzocht of het mogelijk is om door middel van digitale gegevensverzameling versnelling in het werkproces rondom de tijdelijke huisverboden te realiseren. Alle stappen in de doorontwikkeling van Veilig Thuis worden afgestemd en gecoördineerd van uit de regionale werkgroep Veilig Thuis, welke verantwoording aflegt aan het Regionale Bestuurlijk Overleg Zorg en Veiligheid. Veilig Thuis neemt als vaste partner deel aan de werkgroep.
Een ander belangrijk aandachtspunt is wegwerken en zoveel mogelijk voorkomen van wachtlijsten. In Q4 2020 en Q1 en Q2 2021 is extra DUVO budget ingezet om de oude wachtlijst weg te werken en er is op basis van een quickscan vanaf q3 2021 tijdelijk 2,7 fte toegevoegd voor de duur van 1 jaar. Hiermee wordt een extra impuls gegeven aan het voorkomen van een onbeheersbare wachtlijst. Daarnaast zal er in Q3 2021 bij Veilig Thuis een tijdschrijftraject worden ingezet om zicht te krijgen op de noodzakelijke structurele formatie in relatie tot zowel de wettelijke-, als de niet –wettelijke taken, de complexiteit van de onderzoeken en de benodigde tijd binnen de verschillende werkprocessen. De uitkomsten hiervan zullen worden gebruikt om vanaf 2022 te komen tot een juiste formatiebepaling die past bij de situatie van Veilig Thuis Zaanstreek Waterland.
- Onderzoek jongerenwerk/straathoekwerk
In 2021 is er een taakstelling ad € 75.000 doorgevoerd op het budget van Straathoekwerk. Tegelijkertijd is er gestart met de uitwerking van de herinrichting van het jongerenwerk en wordt er onderzocht welke impact dit heeft voor Straathoekwerk en de positionering bij de GGD. Er zijn inmiddels gesprekken geweest met zowel Straathoekwerk als de GGD om mogelijke ideeën voor herinrichting/ herpositionering uit te wisselen. Belangrijk uitgangspunt daarbij is dat de kennis en expertise van Straathoekwerk niet verloren gaat. In Q3 en Q4 2021 worden de ideeën verder uitgewerkt tot een meer concrete schets en een plan van aanpak. Dit komt tot stand in afstemming met Straathoekwerk/ GGD en de andere betrokken spelers, zoals de wijkteams. In deze uitwerking worden onder andere de concrete randvoorwaarden, kansen en risico’s van de herinrichting belicht. Hieruit volgt een concrete planning voor de daadwerkelijke uitrol. De inzet is dat de herinrichting uiterlijk per 1 januari 2023 gerealiseerd is.
- Ontwikkelingen toegang jeugdzorg
De GGD is aanbieder van drie Jeugdteams in Zaanstad en voert de Jeugdgezondheidszorg (JGZ) uit in de Centra Jong. De huidige overeenkomst eindigt op 31 december 2021. De gemeente wil vanaf 2022 inzetten op één Stedelijk Jeugdteam. De besluitvorming hierover vindt begin 2022 plaats.
- GGD 3.0
Het is van belang dat de GGD een toekomstbestendige organisatie wordt. Er zijn nu meerdere knelpunten op het gebied van bedrijfsvoering. Er is ook een aantal knelpunten waar nu geen financiële kaders aan gegeven zijn. De GGD heeft bijvoorbeeld aangegeven dat de salarisschalen van de artsen Infectieziektebestrijding (IZB) en de artsen
Jeugdgezondheidszorg (JGZ) achterblijven bij de landelijke norm. Het Algemeen Bestuur heeft eind vorig jaar besloten om naar aanleiding van meerdere geconstateerde knelpunten samen met de GGD te kijken naar de toekomst en heeft dit de naam "GGD 3.0" meegegeven. De geconstateerde knelpunten op het gebied van bedrijfsvoering spelen een rol in deze doorontwikkeling van de GGD. Er is inmiddels een stuurgroep en een ambtelijke werkgroep opgericht, in beide gremia is o.a. Zaanstad vertegenwoordigd. Zodra er meer bekend is over de uitvoering van deze doorontwikkeling, komen we er bij u op terug. De eerste resultaten met betrekking tot het toekomstbestendig maken van de GGD worden naar verwachting in Q1 of Q2 van 2023 verwacht.
Risicoprofiel
Gemeenten zijn wettelijk verplicht om een GGD in stand te houden voor de uitvoering van de taken op het gebied van de publieke gezondheidszorg. Het risicoprofiel van de GGD is hoog: de financiële bijdrage in de Gemeenschappelijke Regeling is groot (ruim € 6,1 mln.in 2021 obv meerjarenbegroting 2021-2024), terwijl de gemeente Zaanstad, in verhouding tot deze financiële bijdrage, maar beperkte invloed heeft in het Algemeen Bestuur. Iedere gemeente heeft één stem. Dit betekent voor Zaanstad een stemverhouding van 12% en een financiële bijdrage van 47% in het gemeenschappelijke deel. De politieke en maatschappelijke betrokkenheid zijn eveneens groot: de activiteiten van de GGD betreffen de gezondheid van de inwoners. Een probleem op het gebied van volksgezondheid haalt direct de pers en heeft zijn weerslag op de politiek.
Financiële positie
jaarrekening 2020
De financiële afrekening over 2020 laat een positief resultaat zien van € 140.314. Om de algemene reserve op het afgesproken niveau van maximaal 5%van de gemeentelijke bijdrage te behouden wordt de algemene reserve aangevuld met € 19.173. Dit wordt gedekt uit het positieve resultaat over 2020. Het overgebleven positieve resultaat van € 121.141 wordt ingezet voor vervanging van de verouderde kantoorautomatisering. In het jaarverslag wordt naast de vergelijking van de activiteiten en resultaten met de voornemens uit de programmabegroting over 2020 ook de inzet van de GGD in de coronacrisis verwoord. De kosten hiervan worden door het ministerie van VWS gedragen.
Begroting 2022
De Begroting 2022 is zo goed als identiek aan de reeds aan u voorgelegde Kadernota 2022. Er is ten opzichte van de Kadernota een kleine financiële aanpassing gedaan vanwege het nu bekende aantal meldingen bij het Meldpunt Bijzondere Zorg over 2020. Voor Zaanstad valt deze aanpassing positief uit, de gemeentelijke bijdrage daalt met € 3.593 tot een bedrag van € 6.625.810
Gemeente Zaanstad heeft een positieve zienswijze gegeven op de begroting van de GGD. n de algemeen bestuursvergadering van 8 juli 2021 zijn de zienswijzen van de deelnemende gemeente betrokken bij de vaststelling van de begroting 2022-2025. De begroting is conform vastgesteld. De bijdrage van gemeente Zaanstad aan de GGD wordt verhoogd met € 396.094.
Weerstandsvermogen
Het Algemeen bestuur heeft in april 2021 ingestemd in met het voorlopig vasthouden aan het bestaande beleid ten aanzien van de algemene reserve waarmee een percentage van 5% wordt aangehouden van de
gemeentelijke bijdragen aan de Gemeenschappelijke Regeling. Het Algemeen Bestuur besluit verder een extern bureau opdracht te geven een risico-inventarisatie inclusief simulatie uit te voeren als basis voor het vaststellen van de benodigde weerstandsvermogen in de toekomst.
Risico’s
- De decentralisaties leiden tot meer verscheidenheid in (de uitvoering van) beleidskeuzes bij de deelnemende gemeenten op gebieden als participatie en (jeugd)gezondheidszorg. Wanneer de behoeften of verwachtingen van de gemeenten in de GR uiteen gaan lopen als het gaat over dienstverlening en bekostiging, maar slechts gestuurd kan worden met elkaar, dan kan een bestuurlijk spanningsveld ontstaan. Het risico is dat geen vorm gevonden wordt om ruimte te bieden aan het eigen beleid van de deelnemende gemeenten en dat de dienstverlening van de GGD aan de inwoners van Zaanstad niet in overeenstemming is met de wens van het bestuur.
- De GGD is eigen risicodrager voor de WW. In 2016 is het AB geadviseerd over dit risico en heeft besloten geen aparte stichting in het leven te roepen om risico’s af te wentelen, ook omdat de deelnemende gemeenten een fatsoenlijk personeelsbeleid willen voeren. WW-risico’s die voortkomen uit het beëindigen van projecten worden via contractafspraken afgedekt. In essentie betekent dit dat het WW-risico terecht komt bij de gemeente die de taak bij de GGD weghaalt. Daarnaast heeft de GGD aangegeven ook een risico te lopen op de bedrijfsvoering kosten als de gemeente besluit (grote) projecten bij de GGD weg te halen. Denk hierbij aan de jeugdteams en het Straathoekwerk. De GGD wil de gemeente ook voor deze kosten verantwoordelijk stellen. Zij verwijzen hierbij naar het (door het AB GGD afgesloten) bestuursconvenant uit 2018. De gemeente Zaanstad wint momenteel juridisch advies in.
- Risico’s als gevolg van Corona
Het Ministerie heeft toegezegd alle extra kosten ivm Corona te betalen, onder voorwaarde dat de gemeente de eerder vastgestelde begroting handhaaft en de vergoeding voor de niet of minder uitgevoerde activiteiten niet terugvordert. Mocht het Ministerie met aanvullende voorwaarden komen en/ of toch een aantal meerkosten niet of niet volledig vergoeden kan dit mogelijk leiden tot een claim bij de gemeenten. De begroting voorziet hier niet in. De kans op risico is momenteel nog niet bekend.
Beheersmaatregelen
- Om samen te kunnen blijven sturen is het van belang dat in het bestuur gesproken kan worden over de belangen van individuele gemeenten en dat oplossingen gezocht en gevonden worden die zoveel mogelijk recht doen aan de ruimte die gemeenten vragen. Dit vraagt bereidheid van alle deelnemers, maar zeker ook van het GGD management, om met gevoel voor verhoudingen en rollen deel te nemen aan de discussies en een open dialoog te faciliteren. Zaanstad zal hier aandacht voor blijven vragen.
- De GGD wordt verzocht om de gemeente tijdig te informeren over eventuele wijzigingen in het compensatiebeleid van het Rijk, zodat de gemeente (eventueel in VNG verband) invloed kan uitoefenen op de compensatieafspraken.
- In het project “Allen voor één netwerksamenwerking Zorg en Veiligheid” wordt zowel op regionaal als lokaal niveau (bestuurlijke) slagkracht georganiseerd door samenwerking in en tussen de ketens van Zorg en Veiligheid. Dit moet leiden tot een efficiënte en effectieve samenwerking en tot een snellere, betere en meer preventieve dienstverlening aan de burger. Deze aanpak kan op termijn mogelijk ook leiden tot een terugdringing van de kosten.
- De contractmanager heeft twee keer per jaar overleg met het Management team van de GGD over de resultaten en financiën van de contracttaken om zo vroeg mogelijk aan te kunnen geven of een contracttaak zal worden beëindigd. Indien een project beëindigd wordt bij de GGD, dan worden eventuele frictiekosten die ontstaan omdat personeel niet herplaatsbaar is binnen de organisatie of bij een andere werkgever, uit het frictiebudget betaald en het budget wordt tot het afgesproken saldo aangevuld.
- Door intern een betere afstemming te organiseren met betrekking tot de GGD ontstaat er meer grip op de uitvoering en kosten van taken van de GR-GGD en de overige niet GR-taken (contracttaken) van de GGD
hoog - Publiekrechtelijk Vervoerregio Amsterdam(Bedragen x €1.000)Vervoerregio AmsterdamRechtsvorm:
Gemeenschappelijke regeling - openbaar lichaam
Oprichtings-/publicatiedatum:7 maart 2017Vestigingsplaats:AmsterdamToezichtsregime:middelOpenbaar belangDe Vervoerregio Amsterdam heeft als doel het, door samenwerking van gemeenten, oplossen van regionale problemen en benutten van regionale kansen in de regio Amsterdam.
Bestuurlijk belangWethouder Slegers is lid van het AB/DB.
De wethouder van Amsterdam is voorzitter van het DB en tevens voorzitter van de Regioraad
Stemverhouding: 11,3%Actualiteiten en risico'sOntwikkelingen
Veranderende mobiliteitsontwikkelingen
Het is duidelijk geworden dat er door de aanhoudende pandemie en onzekerheid over de toekomst de VRA niet op de oude weg kan blijven gaan. In 2021 kunnen de meeste Vervoerregio activiteiten doorgang blijven vinden, onder meer door een beschikbaarheidsvergoeding voor het OV. Het Rijk heeft inmiddels aangegeven die vergoeding tot 1 september 2022 te verlenen en voor de periode daarna te willen werken aan een nieuw financieel evenwicht. Tegelijkertijd zijn we al samen met o.a. gemeenten en vervoerders aan het nadenken over de vraag hoe de Vervoerregio in kan spelen op de veranderende mobiliteitsontwikkelingen. Dat doen we met het Herstelplan OV 2022 en het Transitieprogramma Mobiliteit. Ons doel is om het toekomstige mobiliteitsaanbod in de regio Amsterdam in balans te brengen met de (veranderde) mobiliteitsvraag richting 2030. De COVID-19 pandemie zorgde voor een enorme daling in het aantal reizigers. De laatste tijd is de reizigersstroom weer enigszins op gang gekomen, maar inmiddels is duidelijk dat de effecten van COVID 19 nog jaren de vraag naar openbaar vervoer zullen beïnvloeden. De Vervoerregio heeft hier vanaf 2020 op gereageerd, met een investeringspakket gericht op thema’s als zero emissie (ZE) busvervoer, doorstroming van het OV, snellere fietsroutes, verkeersveiligheid en spits mijden. In de begroting 2022-2025 wordt dit ook zichtbaar
Vervoerregio Amsterdam wordt aandeelhouder GVB
In Amsterdam gaan er zaken rondom de OV-samenwerking veranderen zodat er goed OV is en blijft voor de reiziger. Eén van de beoogde veranderingen is dat de Vervoerregio aandeelhouder wordt van vervoerder GVB. Hiervoor moet de Gemeenschappelijke Regeling Vervoerregio Amsterdam gewijzigd worden. Na instemming van alle raden zal de gemeenschappelijke regeling nog in 2021 aangepast worden.
Aanbestedingsproces concessiegebied Zaanstreek-Waterland
Vanwege de COVID 19 crisis is de nieuwe concessie Zaanstreek-Waterland uitgesteld naar december 2023. Afgelopen periode is gewerkt aan een aanbestedingsstrategie en een ontwerp programma van eisen. Dit ontwerp programma van eisen ligt tot medio oktober ter inzage. Dit jaar nog besluit de regioraad nog over het definitief programma van eisen. Planning is dat de concessie in juni ’22 wordt gegund.
Begroting 2022-2025
De Vervoerregio werkt aan een Herstelplan voor het OV in 2022 en aan een Transitieprogramma Mobiliteit dat een aangepast kader vormt voor toekomstige afwegingen. De Regioraad besluit op 26 oktober 2021 over de definitieve begroting 2022.
middel - Publiekrechtelijk Centraal Nautisch Beheer(Bedragen x €1.000)Centraal Nautisch BeheerRechtsvorm:
Gemeenschappelijke regeling - bedrijfsvoeringsorganisatie
Oprichtings-/publicatiedatum:18-03-1994Vestigingsplaats:AmsterdamToezichtsregime:middelOpenbaar belangHet Centraal Nautisch Beheer (CNB) heeft als doel het verkrijgen van eenheid in het beleid en de uitvoering van taken van gemeenten en het rijk die betrekking hebben op het scheepvaartverkeer binnen het Noordzeekanaalgebied. De regeling is ook bedoeld om een bijdrage te leveren aan het verbeteren van infrastructurele voorzieningen en de toegankelijkheid van de vaarweg.
Bestuurlijk belangWethouder Slegers is lid van het bestuur, plaatsvervanger wethouder Baerveldt
Stemverhouding: 15%Actualiteiten en risico'sAlgemeen beeld
Het Centraal Nautische Beheer draagt zorg voor de begeleiding van het scheepvaartverkeer in het Noordzeekanaalgebied en het toezicht op de verwijdering van scheepsafval en veiligheidsaspecten rondom het scheepvaartverkeer.
Actuele ontwikkelingen
- Coronapandemie: bij aanvang van de coronacrisis in 2020 is direct door het Havenbedrijf van Amsterdam een continuïteitsplan opgesteld om de continuïteit van de organisatie en de inzet van personeel daarbij te waarborgen. Dit plan heeft succesvol uitgepakt. Uitval van personeel is beperkt gebleven, waardoor de continuïteit niet onder druk is komen te staan. Wel zijn alleen de meest noodzakelijke inspecties op zee- en binnenvaartschepen uitgevoerd. De economische impact voor het Havengebied is wel enorm door de teruglopende opbrengsten. Hierdoor was het treffen van kostenbesparende maatregelen bij het Havenbedrijf van Amsterdam noodzakelijk. De verwachting is, dat de maatregelen in 2022 kunnen worden afgeschaald.
- Plan van aanpak omgang met fosfine: fosfine is een ontsmettingsmiddel, wat in scheepsladingen voor het bestrijden van ongedierte wordt gebruikt. Door een ongeval op een schip is dit plan opgesteld om een kader te hebben bij toekomstige ongevallen. Dit plan van aanpak is in het najaar 2021 door de colleges van Burgemeester en Wethouders in de CNB-gemeenten vastgesteld.
- Er is een nieuwe Europese richtlijn op gebied van verontreiniging door schepen. Hierdoor zal ook de Wet verontreiniging door schepen moeten worden aangepast, hetgeen ook weer gevolgen voor het Havenafvalstoffenplan heeft. Verwachting is, dat de wijziging en de daarop aan te passen Havenafstoffenplan in 2022 / 2023 zijn beslag gaat krijgen.
- In 2020 is het beleidskader voor het uitvoeren van havenveiligheidsbeoordelingen opgesteld. Deze is in 2021 uitgevoerd, ook in Zaanstad. De beleidsnotitie is vervolgens aan de bevindingen van de havenveiligheidsbeoordelingen getoetst en bijgesteld. De beleidsnotitie is vervolgens ter vaststelling aan de CNB-gemeenten aangeboden. In het najaar 2021 vindt besluitvorming hieromtrent plaats.
- Het CNB is betrokken bij een aantal infrastructurele ontwikkelingen in het Noordzeekanaalgebied, waaronder een oeververbinding voor het langzaam verkeer tussen Amsterdam-Centrum en Amsterdam-Noord en de realisering van de nieuwe zeesluis te IJmuiden.
- Er is een beperkte aanpassing van de Regionale Havenverordening nodig. Allereerst is de wijziging nodig om Plan van aanpak omgang met fosfine van een wettelijke basis te voorzien. Daarnaast zijn er een aantal omissies in de tekst van de huidige verordening geconstateerd, die aangepast moeten worden. De wijziging van de verordening zal in het najaar 2021 ter besluitvorming aan de Raad worden aangeboden.
- Er is een begin gemaakt met een toetsing van de Regionale Verordening aan de concept-omgevingsverordeningen van de CNB-gemeenten. Aan de hand van deze toetsing wordt in kaart gebracht, wat de gevolgen voor de Regionale Havenverordening zijn. Verwachting is, dat begin 2022 deze toetsing is afgerond.
- Krachtens de Regionale Havenverordening moeten bunkerlocaties voor conventionele brandstoffen en LNG op het grondgebied van de gemeenten worden aangewezen. Dit moet in alle CNB-gemeenten gebeuren. Planning is najaar 2021. Zaanstad zal daarbij geen LNG-bunkerlocaties aanwijzen. Voor het bunkeren van deze brandstof is in het Havengebied van Amsterdam een voorziening getroffen.
Risicoprofiel
Het risicoprofiel van de gemeenschappelijke regeling Centraal Nautisch Beheer Noordzeekanaalgebied is "gemiddeld" laag. Financieel draagt de gemeente Zaanstad nauwelijks bij in de gemeenschappelijke regeling. Het Havenbedrijf Amsterdam NV draagt het exploitatiesaldo. Zaanstad heeft 15% van de stemmen in het Algemeen Bestuur.
Financiële positie
In de opzet van de Gemeenschappelijke regeling CNB draagt het Havenbedrijf van Amsterdam NV het exploitatiesaldo. Er zijn per balansdatum geen activa en passiva: daarom is er geen balans is opgenomen in de jaarrekening CNB. Zaanstad draagt jaarlijks via een vaste bijdrage (€ 11.000,--) aan de uitvoering van verscheidenen taken van het CNB bij .
Risico's
Havenbedrijf Amsterdam NV hanteert een systeem van risicomanagement gebaseerd op Enterprise Risk Management (COSO-ERM). Risico’s op verschillende deelgebieden zijn geïnventariseerd en geclassificeerd op basis van kans en mogelijke impact. Periodiek wordt deze inventarisatie herhaald om gewijzigde of nieuwe risico’s tijdig te kunnen onderkennen.
Beheersmaatregelen
Vanuit de verbonden partij zelf. Het CNB heeft geen eigen weerstandsvermogen. De publieke taakuitoefening is door het CNB gemandateerd aan de Havenmeester Amsterdam van Havenbedrijf Amsterdam NV. De governance-regels waaraan Havenbedrijf Amsterdam NV moet voldoen, onder andere die van solvabiliteit en liquiditeit, waarborgen dat onverwachte financiële tegenvallers de publieke taakuitoefening niet in gevaar brengen. Naar de aard van de werkzaamheden is Divisie Havenmeester van het Havenbedrijf Amsterdam NV ingericht op het beheersen van mogelijke risico’s aan de hand van de vijf productlijnen in het havenmeesterproces.
Beheersmaatregelen lopen uiteen van:
- goed opgeleid personeel (regelmatige oefening en bijscholing, eigen simulator);
- up-to-date-systemen en technische infrastructuur tot heldere processen & procedurebeschrijvingen met duidelijke bevelstructuur;
- het onderhouden van nauwe contacten met belangrijke externe belanghebbenden zoals Rijkswaterstaat;
- periodieke evaluatie of de bestaande beheersmaatregelen nog afdoende zijn en of aanvullende maatregelen nodig zijn.
Vanuit gemeente Zaanstad:
- Begroting en jaarrekening van de afgelopen drie jaren zijn beschikbaar.
- Zaanstad neemt deel aan het Algemeen bestuur van CNB. Minimaal twee keer per jaar is er een bestuursvergadering. De vaststelling van de begroting en jaarrekening vindt plaats in het Algemeen bestuur CNB. Alvorens de jaarstukken ter vaststelling voor te leggen, kunnen de gemeenteraden jaarlijks een zienswijze geven op de jaarstukken.
- Zaanstad participeert in het Beleidsoverleg van het CNB. Dat komt elke twee maanden bij elkaar.
- Voorstellen van Verbonden Partijen tot aanpassing van de statuten en gemeentelijke deelname worden altijd besproken met sector Strategie en Control
middel - Publiekrechtelijk Veiligheidsregio Zaanstreek Waterland(Bedragen x €1.000)Veiligheidsregio Zaanstreek WaterlandRechtsvorm:
Gemeenschappelijke regeling - openbaar lichaam
Oprichtings-/publicatiedatum:26 januari 2017Vestigingsplaats:ZaandamToezichtsregime:hoogOpenbaar belangDoor intergemeentelijke samenwerking uitvoering geven aan:
a. het inventariseren van risico’s van branden, rampen en crises;
b. het adviseren van het bevoegd gezag over risico’s van branden, rampen en crises in de bij of krachtens de wet aangewezen gevallen alsmede in de gevallen die in het beleidsplan zijn bepaald;
c. het adviseren van het college van B&W over de taak, bedoeld in artikel 3, eerste lid
d. het voorbereiden op de bestrijding van branden en het organiseren van de rampenbestrijding en de crisisbeheersing;
e. het instellen en in stand houden van een brandweer;
f. het instellen en in stand houden van een GHOR;
g. het voorzien in de meldkamerfunctie;
h. het aanschaffen en beheren van gemeenschappelijk materieel;
i. het inrichten en in stand houden van de informatievoorziening binnen de diensten van de veiligheidsregio en tussen deze diensten en de andere diensten en organisaties die betrokken zijn bij de onder d, e, f, en g genoemde taken.
Bestuurlijk belangBurgemeester Hamming is voorzitter van het AB Vervanging wethouder Krieger
Stemverhouding: 12,8%Actualiteiten en risico'sOntwikkelingen
- Corona & de VrZW
Komende jaren zal onder meer in het teken staan van het omgaan en opvangen van de gevolgen van COVID-19. Dit houdt in dat prioriteit zal worden gegeven aan het investeren op de veerkracht van de samenleving en het herstel.
- Energietransitie
VrZW is in dit kader bezig met het in kaart brengen van de risico’s van de energietransitie voor de fysieke veiligheid, het actief zoeken van de verbinding hieromtrent met gemeenten, omgevingsdiensten en andere partijen binnen dit werkveld en het implementeren van veiligheidsmaatregelen. In praktische zin blijft VrZW bezig haar organisatie inrichten van lineair gebruik van producten naar een steeds meer circulair gebruik. Deze overgang naar verduurzaming van processen biedt eveneens volop kansen voor innovatie, maar is ook kostbaar.
- Traject taakdifferentiatie brandweervrijwilligers vertraagd
De brandweer in Nederland bestaat nog steeds uit een combinatie van vrijwilligers en beroepsmatige medewerkers die allen dezelfde opleiding hebben gevolgd en dezelfde taken uitvoeren. Deze vorm van vrijwilligheid blijkt echter in strijd met Europese wet- en regelgeving. Op landelijk niveau wordt op dit moment in opdracht van het Veiligheidsberaad naar een oplossing gezocht voor voornoemde problematiek: “de toekomstige inrichting van vrijwilligheid bij de brandweer”. Een mogelijkheid is het aanbrengen van onderscheid tussen vrijwillig en beroepspersoneel, de zogeheten Taakdifferentiatie Brandweer. Dit heeft gevolgen voor de inzet van vrijwilligers binnen VrZW. Vrijwilligers zijn een groot en belangrijk onderdeel van de organisatie en essentieel voor de uitvoering van onze wettelijke brandweertaken. In 2021 zal de denkrichting van het Veiligheidsberaad worden uitgewerkt en in besluitvorming worden gebracht.
De focus van dit traject ligt in eeste instantie op de consignering en kazernering van vrijwilligers en voorlopig nog niet op de taakdifferentiatie zelf. De eerste bouwsteen van dit traject gaat dus over de verplichte beschikbaarheid. Vrijwilligers die op vrijwillige basis werken kunnen niet meer worden verplicht om taken uit te voeren en beschikbaar te zijn op een bepaald moment. Het gaat bijvoorbeeld om het buiten werktijd verplicht oproepbaar zijn voor spoedgevallen en verplichte aanwezigheid op de kazerne, wat nu de normale gang van zaken is. Dit anders inrichten is al een uitdaging op zich. Het hele verhaal rondom taakdifferentiatie zelf komt daarna pas.
- Invoering Omgevingswet
In principe treedt de nieuwe Omgevingswet in werking in 2022. Met deze wet wil de overheid regels voor ruimtelijke ontwikkeling vereenvoudigen en samenvoegen. Indien er geen vertraging ontstaat in dit traject door de vorming van het nieuwe kabinet, zal vanuit VrZW komende periode in ieder geval actief de samenwerking worden gezocht met de partners en wel specifiek de gemeenten, waardoor (her)kenbaarheid van elkaars producten en werkprocessen ontstaat. Ook de gebruikte informatiesystemen vragen om aanpassing.
- Evaluatie wet veiligheidsregio’s
De Evaluatiecommissie Wet Veiligheidsregio’s heeft in opdracht van de Minister van J&V de effecten van de Wet Veiligheidsregio’s geëvalueerd en het eindrapport op 4 december 2020 opgeleverd c.q. gepubliceerd. Richtinggevende adviezen vanuit de commissie en de reactie van het kabinet op dit rapport liggen met name op het vlak van grenzeloze samenwerking met alle betrokken crisispartners, kennisontwikkeling, het gezamenlijk opstellen van kwaliteitsnormen en het lerend vermogen. Dit laatste houdt onder meer in dat het van groot belang is gezamenlijk te evalueren en leren van een incident of crisis en vanuit de eigen verantwoordelijkheid opgavegericht samen te werken. Het kabinet zal het evaluatierapport met uitgangspunten vervolgens gebruiken voor de totstandkoming van een integraal wettelijk kader waarin crisisbeheersing en de brandweerzorg beiden een eigenstandige positie krijgen toebedeeld. De gevolgen van de aanpassingen in de wet worden in 2022 verder opgepakt ter implementatie.
- Huisvesting Prins Bernardplein
De Veiligheidsregio ZW huurt het pand op het Prins Bernardplein te Zaandam van de gemeente Zaanstad. In 2020 heeft het bestuur van de Veiligheidsregio en het college van B&W van gemeente Zaanstad de intentie uitgesproken tot een langdurig verblijf van de VrZW op de locatie Prins Bernardplein. De nieuwe huurovereenkomst is gereed en wordt in 2021 ondertekend. De overeenkomst gaat in per 1-1-2021.
Financiën
De begroting van VrZW bedraagt in 2022 € 33,3 miljoen. Het budget van VrZW wordt gevormd door de bijdrage van het Rijk in de Brede doeluitkering Rampen (BDUR) en de bijdragen van de gemeenten.
In de kaderbrief 2022 is besloten tot een verhoging van de gemeentelijke bijdrage (€ 112.000) ter dekking van de hogere huurkosten van de het pand op de Prins Bernhardplein in Zaanstad. Deze huurverhoging is het gevolg van een verbouwing van de werkplaatsen. Deze verbouwing wordt gefinancierd door gemeente Zaanstad (eigenaar pand) en doorbelast aan de Veiligheidsregio.
Vanwege de herindeling van de gemeenten Beemster en Purmerend (per 1-1 -2022) is de bijdrage van de gemeente Beemster vanaf 2022 samengevoegd met die van gemeente Purmerend.
Reactie zienswijze
Gemeente Zaanstad heeft een positieve zienswijze gegeven op de begroting, de begroting is in juli conform vastgesteld in het Algemeen Bestuur. De vraag van gemeente Zaanstad “In hoeverre begroot de VrZW structureel te hoog, en kan de gemeentelijke bijdrage naar beneden bijgesteld worden? wordt als volgt beantwoord:
Nee, er is geen sprake van structurele meevallers of onderbestedingen. De gemeentelijke bijdrage is al lager als gevolg van de eerder doorgevoerde structurele bezuinigingen. Dit terwijl het aantal inwoners met 3% is gestegen. Verdere verlaging van de begroting heeft als risico dat de kwaliteit van de dienstverlening lager wordt. De huidige werkwzijze geeft bovendien meer financiële rust.
Risico's
- De dubbele rol van de gemeente Zaanstad in het Algemeen Bestuur in de rol van voorzitterschap en de rol van vertegenwoordiging van Gemeente Zaanstad kan leiden tot conflicterende belangen.
- Onvoldoende sturing op de exploitatie van de restcapaciteit van het oefencentrum voor commerciële activiteiten. De Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland is verantwoordelijk voor de uitvoering van de exploitatie van het oefencentrum, Gemeente Zaanstad kan hier beperkt op sturen, maar is wel financieel verantwoordelijk
Beheersmaatregelen
- In samenwerking met de andere gemeenten in Zaanstreek-Waterland wordt het proces om te komen tot een integraal (ambtelijk) advies aan de burgemeesters in het veiligheidsbestuur op belangrijke financiële / beleidsvraagstukken gemonitord.
- De gemeenteraad wordt jaarlijks de mogelijkheid gegeven haar zienswijze te geven inzake de (meerjaren)programmabegroting van de VrZW. Daarnaast is de VrZW transparant met haar overige P&C producten zoals de bestuursrapportages en de jaarrekening.
hoog - Publiekrechtelijk Rekenkamer Metropool Amsterdam(Bedragen x €1.000)Rekenkamer Metropool AmsterdamRechtsvorm:
Gemeenschappelijke regeling - gemeenschappelijk orgaan
Oprichtings-/publicatiedatum:20 augustus 2015Vestigingsplaats:AmsterdamToezichtsregime:laagOpenbaar belangDeze regeling is aangegaan om gezamenlijk een rekenkamer in te stellen. Dit is wettelijk verplicht. Het betreft een gemeenschappelijk orgaan.
Bestuurlijk belangDe rekenkamer heeft één lid. Dit lid is tevens directeur. De raden benoemen het lid van de rekenkamer op voordracht van een afvaardiging van de raden door een gelijkluidend besluit. Geen afvaardiging van een collegelid in deze regeling.
Stemverhouding: nvtActualiteiten en risico'sDe huidige directeur van de de Rekenkamer zal in 2022 vertrekken. Daarom wordt er bij de begroting 2022, geen bijdrage vastgesteld voor de komende zes jaar. Op basis van de verwachte
loonontwikkeling zijn de bijdragen van de gemeenten - conform de huidige afspraken - met 2 procent verhoogd ten opzichte van het budget 2022. Gemeente Zaanstad heeft hierop een posiiteve zienswijze gegeven.
Met de nieuw te benoemen directeur zal een toekomstvisie voor de Rekenkamer ontwikkeld worden op basis waarvan weer een zesjarenbegroting kan worden opgesteld. Deze zesjarenbegroting loopt
dan ook gelijk op met de benoemingsperiode van de directeur.
laag - Publiekrechtelijk Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied(Bedragen x €1.000)Omgevingsdienst NoordzeekanaalgebiedRechtsvorm:
Gemeenschappelijke regeling - openbaar lichaam
Oprichtings-/publicatiedatum:17 december 2015Vestigingsplaats:ZaandamToezichtsregime:hoogOpenbaar belangDe regeling wordt getroffen ter ondersteuning van de colleges bij de uitvoering van hun taken op het gebied van het omgevingsrecht in het algemeen en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht in het bijzonder, alsmede de taken op het terrein van vergunningverlening, handhaving en toezicht op grond van de in artikel 5.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht genoemde wetten. Voorts wordt de regeling getroffen ter behartiging van de taken voortvloeiend uit het Besluit risico's zware ongevallen 1999
Bestuurlijk belangWethouder Krieger is lid van het Algemeen Bestuur, plaatsvervanging door wethouder Breunesse
Stemverhouding: 9,8%Actualiteiten en risico'sOntwikkelingen
De inhoudelijke activiteiten van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied liggen voor een groot deel vast vanuit wet- en regelgeving en beleidsdoelstellingen van de opdrachtgevers. Er is sprake van een verhoogde aandacht en inzet op intensieve handhaving en bestuurlijke gevoelige dossiers. De opdrachten nemen in volume en complexiteit toe. Het aantal bedrijven dat de ODNZKG in portefeuille heeft is gestegen en de steeds verdergaande wetgeving vraagt om een intensivering van kennis en kwantiteit.
Het aantal Wob-verzoeken, de complexiteit en daarmee de inspanningen daarvoor zijn het afgelopen jaar explosief gestegen. Handhaving in de bouw noopt soms tot tijdelijke stilleggingen.
Corona effecten
De werkwijze voor het uitvoeren van toezicht en handhaving zijn door Corona aangepast. Dat betekent dat controles zo veel mogelijk digitaal of administratief uitgevoerd worden waar dat mogelijk is. Per werkveld is een aangepaste werkwijze opgesteld met instructies wanneer op locatie wordt gecontroleerd en wanneer een video- of administratieve controle wordt uitgevoerd. De risico’s voor de veiligheid en gezondheid van mens en milieu zijn ook hier altijd leidend. Vanwege de preventieve werking is de OD NZKG wel zoveel mogelijk zichtbaar aanwezig in het gebied door rond te rijden.
Omgevingswet
Bij opstellen van de Meerjarenbegroting 2022-2025 is de OD NZKG uitgegaan van een ingangsdatum van de Omgevingswet van 1 januari 2022. Inmiddels is deze datum uitgesteld tot 1 juli 2022.
De invoering van de Omgevingswet heeft een grote impact. De ODNZKG denkt met de opdrachtgevers mee over omgevingsvisies, omgevingsplannen, omgevingsverordening en legesverordeningen. De Omgevingswet is een complexe stelselherziening met als gevolg dat alle gemeenten, provincies en waterschappen en omgevingsdiensten moeten wennen aan de nieuwe regelgeving en wijze van werken. In 2021 en 2022 zal er nog veel verduidelijking in de wet- en regelgeving plaatsvinden en worden de nieuwe gemeentelijke omgevingsplannen fasegewijs ingevoerd. Deze complexiteit in combinatie met het vervullen van een nieuwe rol doet een groot beroep op de medewerkers. Daarom is er de komende jaren extra aandacht voor het opdoen van kennis en het ontwikkelen van competenties en vaardigheden.
De mogelijke effecten van taakwijzigingen en – verschuivingen als gevolg van de Omgevingswet en Wet kwaliteitsborging bouw zijn nog niet bekend. Omwille van de bedrijfscontinuïteit streeft de ODNZKG naar financiële stabiliteit in 2022.
Met de opdrachtgevers wordt in 2021 besproken hoe dit vorm moet krijgen bij een gewijzigd takenpakket per 2022. Voor de implementatie van de Omgevingswet is er een reserve op de begroting van de OD NZKG. Deze reserve wordt nu niet in 2021 maar in 2022 aangesproken.
Asbesttaken
In het gewijzigde Besluit omgevingsrecht is de uitvoering van de VTH-taken bij asbest en sloop onderdeel van het basistakenpakket geworden en daarmee bij de omgevingsdiensten belegd. De OD overlegt met haar opdrachtgevers over een efficiënte overdracht van deze taak van de gemeenten naar de OD. Na de vertraging in het maken van afspraken over de overdracht van deze taak start de OD NZKG in 2022 met de uitvoering om ervaring op te doen. De financiële consequenties van de overdracht van taken op het gebied van asbest en sloop zullen in 2021 in beeld worden gebracht
Ondermijning
De problematiek van ondermijning groeit. Dit raakt ook de VTH-taken van de OD NZKG. De OD voert met partners acties uit met als doel het terugdringen van milieucriminaliteit. In het kader van Gebiedsaanpak en Ondermijning wordt nauw samengewerkt met gemeenten, provincie, politie, douane, RIEC (Regionaal Informatie- en Expertise Centrum), Belastingdienst, Inspectie SZW en NVWA. Het doel is om deze samenwerking verder op te bouwen en de maatschappij weerbaarder te maken door als één overheid ondermijning tegen te gaan.
Naast de bestaande, veelal gebiedsgerichte aanpak, waarbij bedrijventerreinen gezamenlijk en integraal worden aangepakt (data-uitwisseling,analyses en controles) om illegale activiteiten op te sporen, zal de OD NZKG in 2021 een (bedrijfsafval)ketenaanpak verder ontwikkelen. Dit wordt in de gehele regio ingegeven door knelpunten (illegale activiteiten) in de afvalwereld en ambities in het kader van de circulaire economie.
Arbeidsmarkt en inhuur
De krapte op de arbeidsmarkt en voor sommige functies beperkte beschikbaarheid van inhuurkrachten, kunnen gevolgen hebben voor het realiseren van de productie- en kwaliteitsafspraken. Dit wordt nog eens versterkt door de extra capaciteit en de specifieke expertise die nodig zijn voor onder andere de implementatie van de Omgevingswet en de uitvoering van het Klimaatakkoord. Dit vraagt om nieuwe kennis en nieuwe specialisaties, bijvoorbeeld voor natuur, water, circulair, digitalisering. Het niet realiseren van productieafspraken leidt tot lagere inkomsten. Dat kan gevolgen hebben voor de dekkingsbijdrage van de overheadkosten. Beheersmaatregelen: De OD NZKG werkt met een flexibele schil van personeel die wordt afgebouwd als het nodig is. De OD NZKG zet extra in op arbeidsmarktcommunicatie en werkt samen met wervingsbureaus en de gemeente Amsterdam. Innovatie op het vlak van digitalisering en data-analyse wordt ingezet om zo efficiënt mogelijk te werken. Daarnaast wordt strategische personeelsplanning ingezet en worden medewerkers zelf opgeleid waaronder trainees, opleidingstrajecten voor zij instromers en training on the job constructies.
Financiën
Jaarrekening 2020
Het jaar 2020 is afgesloten met een positief saldo van € 194.000. Het resultaat zal als volgt worden bestemd:
- Terugbetaling inrichtingskosten aan de founding fathers:
Bij de oprichting van de Omgevingsdienst is op basis van het bedrijfsplan afgesproken dat bij voldoende weerstandsvermogen, een positief rekeningresultaat gebruikt zou worden voor het terugbetalen van de oprichting- en inrichtingskosten aan de founding fathers. In 2016, 2017 en 2019 zijn de oprichtingskosten en een deel van de inrichtingskosten terugbetaald. Van de inrichtingskosten resteert nog een bedrag van € 143.636. Voorgesteld wordt om dit bedrag terug te betalen uit het rekeningresultaat 2020. Daarmee zijn de initiële oprichtingskosten en inrichtingskosten ad € 2.875.000 volledig terugbetaald. Voor de terugbetaling worden de destijds toegepaste verdeelsleutels gebruikt. Voor gemeente Zaanstad is dit een bedrag van € 5.745.
- Reservering Omgevingswet:
Het resterende bedrag ad € 50.376 wordt toegevoegd aan de reserve Omgevingswet. De reserve per stand ultimo 2020 wordt in 2021 volledig ingezet. Gezien het feit dat 2022 een overgangsjaar wordt, is naar verwachting nog extra geld nodig voor opleidingen en afrondende projectkosten.
Begroting 2022-2025
Als gevolg van de invoering van de Omgevingswet en de Wet Kwaliteitsborging Bouw wijzigen de producten en kengetallen die de OD NZKG hanteert voor haar opdrachtgevers. Omdat dit in 2021 en 2022 nog de nodige uitwerking en afstemming met de opdrachtgevers vraagt, wordt de begroting 2022 zoveel mogelijk gebaseerd op de begroting 2021, met slechts de volgende inhoudelijke wijzigingen:
- de effecten van de verschuiving van bodemtaken van provincie naar gemeenten;
- voor de bouwtaken de effecten van de eerste fase van de Wet kwaliteitsborging voor 2022;
- volume-wijzigingen in de uitvoeringsovereenkomsten 2021;
- tariefswijzigingen volgens de kaderbrief 2022 (o.a. de loon- en prijsindexatie).
Zaanstad is momenteel al bevoegd gezag op gebied van bodemtaken. Het verschuiven van bodemtaken van provincie naar Zaanstad is daarmee niet aan de orde. Wel zullen door de Omgevingswet op kleinere schaal wijzigingen in bodemtaken tussen gemeente en OD gaan plaatsvinden. De meerjarenbegroting laat een stijgende financiële bijdrage voor Zaanstad en andere regiogemeenten zien, onder andere als gevolg van loon- en prijscompensatie, voor de komende jaren. Deze kosten zijn exclusief de kosten voor de nog over te dragen taken in het kader van de Omgevingswet en overdracht van asbesttaken. Zaanstad heeft met name verplichte basistaken overgedragen aan de OD. Het terugdringen van kosten door terugnemen van niet verplicht bij de OD belegde plustaken is dus voor Zaanstad niet aan de orde. De overige taken die Zaanstad bij de OD heeft belegd (zoals milieuadvies voor MAAK gebieden) worden bekostigd uit projecten.
Risico's
De noodzakelijke weerstandscapaciteit van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied wordt bepaald door kwantificering van de gewogen risico’s. Deze risico’s zijn: veranderende wetgeving primair proces, personele consequenties t.g.v. kwaliteitsborging bouw en PGF bedrijfsvoeringsrisico’s.
Op basis van de risico-inventarisatie in relatie tot de weerstandscapaciteit is het weerstandsvermogen vanaf 2020 1,1 - 1,4. Dit valt binnen de bestuurlijk vastgestelde norm (1-1,5) en is daarmee voldoende.
Beheersmaatregelen
Om risico’s op te kunnen vangen heeft de OD NZKG een risicobuffer in het leven geroepen. De norm voor de ratio van het weerstandsvermogen was in de eerste fase van de organisatie tot 2017 gezet op ruim voldoende (1,5 – 2). Vanaf 2017 is deze norm herzien. De OD NZKG is inmiddels beland in een fase van doorontwikkeling. Een fase waarin de risico’s beter in beeld lijn en steeds meer beheersbaar zijn. Daarom is de norm voor de ratio weerstandsvermogen bijgesteld van ruim voldoende naar voldoende (1-1,5). Er zijn frequent overleggen tussen gemeente en OD, zowel bestuurlijk als ambtelijk op diverse niveaus.
hoog - Publiekrechtelijk Gezamenlijke ombudsman metropool Amsterdam(Bedragen x €1.000)Gezamenlijke ombudsman metropool AmsterdamRechtsvorm:
Gemeenschappelijke regeling - gemeenschappelijk orgaan
Oprichtings-/publicatiedatum:7 februari 2017Vestigingsplaats:AmsterdamToezichtsregime:middelOpenbaar belangDeze regeling is aangegaan om op een effectieve en efficiënte wijze vorm en inhoud te geven aan de door de Gemeentewet aan de raad gegeven mogelijkheid om voor de behandeling van verzoekschriften een gezamenlijke ombudsman in te stellen. Het betreft een gemeenschappelijk orgaan.
Bestuurlijk belangDe gemeente Amsterdam krijgt mandaat om jaarlijks de begroting en jaarrekening van de ombudsman voor het volgende kalenderjaar vast te stellen. De ombudsman voert ten minste jaarlijks overleg met een vertegenwoordiging van de raden.
Stemverhouding: nvtActualiteiten en risico's***wordt nog verder aangevuld
De huidige Ombudsman, Arre Zuurmond, heeft met ingang van 1 September 2021 zijn ontslag ingediend. Op grond van artikel 16 lid 2 Gemeenschappelijke regeling ombudsman metropool Amsterdam doet het presidium van de gemeenteraad van Amsterdam een voordracht voor benoeming van een nieuwe Ombudsman. . Het presidium van Amsterdam draagt de heer Munish Ramlal voor ter benoeming tot
nieuwe Ombudsman. Gemeente Zaanstad heeft hier in juli 2021 mee ingestemd.
middel - Publiekrechtelijk Regionale samenwerking decentralisaties sociaal domein(Bedragen x €1.000)Regionale samenwerking decentralisaties sociaal domeinRechtsvorm:
Gemeenschappelijke regeling - regeling zonder meer
Oprichtings-/publicatiedatum:21 januari 2016Vestigingsplaats:ZaandamToezichtsregime:middelOpenbaar belangGezamenlijke inkoop en beleidsvoorbereiding en -uitvoering.
Bestuurlijk belangDeze lichte vorm van publieke samenwerking kent geen bestuur.
Stemverhouding: n.v.t.Actualiteiten en risico'sDe RZM, een lichte variant van een gemeenschappelijke regeling, betreft de afspraak tot samenwerking op twee onderdelen van de drie decentralisaties (Jeugdhulp en Wmo) met de 7 andere gemeenten in Zaanstreek-Waterland (Beemster, Edam-Volendam, Landsmeer, Oostzaan, Purmerend, Waterland en Wormerland). Om deze samenwerking in de praktijk te realiseren, heeft de gemeente Zaanstad vanaf 2014 met de regiogemeenten een Dienstverlenings- en samenwerkingsovereenkomst “Regionale Inkoop Sociale Domein” (hierna: DVO) afgesloten.. In 2015 is de samenwerking geëvalueerd. De gemeenten Purmerend en Beemster hebben toen besloten om ten aanzien van de Wmo vanaf 1 januari 2016 zelf hun inkoop- en contractmanagement te organiseren. De gemeente Edam-Volendam doet met ingang van 1 juli 2016 zelf het inkoop- en contractmanagement t.a.v. de Wmo. Deze wijzigingen zijn verwerkt in de huidige DVO. De uitgetreden gemeenten willen de zorg dichter op hun inwoners organiseren. Voor de Jeugd regelt Zaanstad de inkoop en het contractmanagement van de Regionale raamovereenkomsten die de regio Zaanstreek-Waterland samen met de regio Amsterdam-Amstelland met zorgaanbieders heeft afgesloten.
De nieuwe gemeenschappelijke regeling en DVO is per 1 januari 2019 ingegaan. De looptijd is tot eind 2024.
.
middel - Publiekrechtelijk Recreatieschap Twiske-Waterland(Bedragen x €1.000)Recreatieschap Twiske-WaterlandRechtsvorm:
Gemeenschappelijke regeling - openbaar lichaam
Oprichtings-/publicatiedatum:4-4-2013Vestigingsplaats:ZaanstadToezichtsregime:middelOpenbaar belangHet bevorderen van een evenwichtige ontwikkeling in de openluchtrecreatie - in samenhang met de vorenstaande Gemeenschappelijke Regelingen - tot stand brengen en bewaren van een evenwichtig natuurlijk milieu, het tot stand brengen en duurzaam in stand houden van het specifieke en gedifferentieerde karakter van het landschap door bescherming, ontwikkeling en consolidatie van de waarden die het in zich draagt.
Bestuurlijk belangWethouder Breunesse is lid van het AB, plaatsvervanging door wethouder Krieger
Stemverhouding: 12,5%Actualiteiten en risico'sAlgemeen beeld
Het reguliere programma voor 2021 is voor het grootste deel conform de planning en begroting uitgevoerd. De belangrijkste taak is het beheer en onderhoud van de binnen het recreatieschap Twiske-Waterland liggende recreatiegebieden, waaronder het Twiske. Daarnaast worden ook vastgoedcontracten beheerd, die ook inkomsten voor het schap opleveren. Tot slot werkt het recreatieschap aan het actueel houden en vernieuwen van het aanbod om aan te sluiten bij wensen en behoeften van de recreant.
Actualiteiten
- Eind 2020 is het Meerjarig Uitvoeringsprogramma vastgesteld. Projecten, die raakvlakken met Zaanstad hebben, zijn in 2022:
- Afronding natuuronderzoek Twiske uit 2021;
- Opstellen zoneringskaart Twiske;
- Opstellen / herijken van beheerplan Twiske, mede op basis van uitkomsten natuuronderzoek en zoneringskaart;
- Nagaan maatregelen i.v.m. bodemdaling en klimaatdoelstellingen voor alle beheergebieden Twiske-Waterland;
- Storytelling / Verhalen vertellen;
- Verkenning van ontwikkelen van buitenpoorten (o.a. Wormerveer);
- Opknappen van Schanszichtpad; en
- Uitbreiden van het wandelnetwerk Laag Holland.
- Zorgboerderij De Marsen: in 2021 is opdracht gegeven voor het in beeld brengen van nieuwe ontwikkelingskansen. In 2022 zullen hieromtrent de uitkomsten worden verwacht.
Financieel beeld
Binnen het recreatieschap T-WL wordt vanaf 1 januari 2020 gewerkt met 1 financiële boekhouding voor beide deelgebieden:
- Voor het recreatiegebied Twiske; en
- Voor het landschap Waterland.
De gemeente Zaanstad heeft een positieve zienswijze gegeven op de meerjarenbegroting. In het AB van juli is de meerjarenbegroting vastgeteld. De programmabegroting 2022 gaat uit van een positief saldo van € 88.473,00. In het positieve saldo is verdisconteerd, dat in 2022 weer openluchtevenementen kunnen plaatsvinden.
Instellen van bestuursbureau recreatieschappen
In 2021 heeft besluitvorming plaatsgevonden over het instellen van een bestuursbureau recreatieschappen. Vanaf 1 januari 2022 wordt dit bureau operationeel. Dit bureau neemt de adviserende rol richting de besturen van de recreatieschappen van Recreatie Noord-Holland B.V. over. De rechtspositie van de medewerkers is gelijk aan die van de provincie Noord-Holland. Het bureau is ook bij de provincie gehuisvest. De bekostiging van het bureau vindt via de begrotingen van de recreatieschappen plaats.
Risicoprofiel:
Het risicoprofiel van deelname aan de gemeenschappelijke regeling is gemiddeld. Het berekende weerstandsvermogen is voldoende. Zaanstad heeft voor onderdeel Twiske 16,7 % van de stemmen, voor onderdeel Waterland 8,3% van de stemmen.
Risico's
- Financiële positie wordt geleidelijk aan verbeterd en er zijn reserveringen voor de langere termijn vervangingsinvesteringen
- Nadelige effecten nieuwe wet Vennootschapsbelastingen
- Onzekerheid over de verlenging en voorwaarden erfpacht Staatsbosbeheer
Beheersmaatregelen
• Investeren in verdienvermogen en duurzaam beheer
middel - Eind 2020 is het Meerjarig Uitvoeringsprogramma vastgesteld. Projecten, die raakvlakken met Zaanstad hebben, zijn in 2022:
- Publiekrechtelijk Werkom(Bedragen x €1.000)WerkomRechtsvorm:
Gemeenchappelijke regeling - bedrijfsvoeringsorganisatie
Oprichtings-/publicatiedatum:01-01-2018Vestigingsplaats:PurmerendToezichtsregime:hoogOpenbaar belangDe gemeenschappelijke regeling is getroffen voor het doeltreffend en doelmatig uitvoeren of doen uitvoeren van de taken van de colleges voortkomend uit of samenhangend met de Participatiewet en de Wet sociale werkvoorziening.
Bestuurlijk belangPer 1 januari 2018 hebben de gemeenten Purmerend en Zaanstad samen het Participatiebedrijf opgericht om effectiever te zijn in de uitvoering van de Wet Sociale Werkvoorziening en de Participatiewet. Namens Zaanstad heeft wethouder Krieger zitting in het bestuur en wethouder Breunesse is waarnemer
Stemverhouding: 50%Actualiteiten en risico'sOntwikkelingen
Sinds de oprichting heeft Werkom zich in toenemende mate ontwikkeld van SW-bedrijf naar participatiebedrijf. Tegelijkertijd is ook op landelijk niveau ervaring opgedaan met de Participatiewet en zijn er nieuwe inzichten ontstaan over het werken aan deze opgave. Daaruit blijkt dat de arbeidsmarkt nog niet zo inclusief is dat iedereen daar een plek kan vinden. Daarnaast vragen de voortdurende veranderingen op de arbeidsmarkt van de beroepsbevolking om zich tijdig te oriënteren om voldoende wendbaar te zijn wanneer hun arbeidsplaats – op termijn- verdwijnt of sterk verandert. De gemeente heeft nu voornamelijk een rol voor de mensen met een uitkering, maar er zijn geluiden om ook meer mogelijkheden te gaan creëren voor werkenden om te voorkomen dat mensen werkloos worden. Want werkloosheid, in het bijzonder langdurige werkloosheid, beïnvloedt andere levensgebieden. De gevolgen van de coronacrisis op de werkgelegenheid zijn beperkt gebleven door de steun- en herstelpakketten van het Rijk. Tegelijkertijd heeft deze crisis ook de kwetsbaarheid van een aantal groepen inwoners op de arbeidsmarkt extra zichtbaar gemaakt.
Deze ontwikkelingen gaan gepaard met veranderingen in de financiële situatie van Werkom. Gezamenlijk zijn die ontwikkelingen de aanleiding voor de ingezette ‘strategische heroverweging Werkomʼ. In de raadsinformatiebrief van juli is de raad hierover geïnformeerd (2021/16058). Binnen de huidige taken en financiële kaders is het moeilijk, tot vrijwel onmogelijk, voor Werkom om nog een sluitende begroting op te leveren. Dat komt doordat de mensen met een Sw- indicatie die werken bij Werkom geleidelijk uitstromen. Deze plaatsen worden niet in gelijke mate ingevuld door mensen met een beschut werk indicatie. Bovendien zijn de financieringsstromen van de Participatiewet soberder dan de financiering van de SW. De mensen die werken met een SW-indicatie dragen met hun werk bij aan de omzet en de Netto Toegevoegde Waarde (NTW) van Werkom waaruit de organisatie wordt gefinancierd. Door de afname van de SW is dit bedrag gedaald tot een omvang waarmee de huidige omvang van de organisatie niet meer kan worden betaald uit de opbrengsten van de SW. Deze ontwikkelingen maken het wenselijk om opnieuw te onderzoeken welke opdrachten Werkom uitvoert en welk financieringsmodel daarbij past.
In 2021 wordt een gemeenschappelijke raadsledenbijeenkomst gepland waar de denkrichtingen/ scenario’s worden gepresenteerd. Voor de gemeenteraden is er dan de mogelijkheid om input hierop te geven.
Risicoprofiel
Het risicoprofiel is hoog. Het maatschappelijk belang is groot, het gaat om kwetsbare mensen. De financiële bijdrage van de gemeente is aanzienlijk.
Risico analyse
Governance
De governance van Werkom is duaal. We sturen als eigenaar van het bedrijf, maar ook als opdrachtgever van het bedrijf. Om die rollen duidelijk te scheiden is er voor gekozen om de rol van eigenaar bij de wethouder financiën neer te leggen. De rol van opdrachtgever ligt bij de vakwethouder, zijnde de portefeuillehouder Werk en Inkomen. Dat heeft ook tot gevolg dat de risicobeheersing ook duaal is en dat verschillende aspecten van risico en beheersing onder de verantwoording van verschillende rollen valt. De rollen kunnen niet los van elkaar opereren. Het gaat om het samenspel van de rollen.
- Eigenaarsrol
Vanuit de eigenaarsrol wordt gestuurd op een meerjarig sluitende begroting. In mei is de zienswijze op de meerjarenbegroting in de raad behandeld. Hierin komt naar voren dat het meerjarige beeld vanaf 2022 nog niet sluitend is. De beleidsherijking strategische herijking moet er voor zorgen dat de begroting meerjarig sluitend wordt en Werkom structureel kan werken aan het realiseren van het maatschappelijke rendement waarvoor ze is opgericht.
Om als eigenaar hierop te kunnen sturen heeft het bestuur (dus de gemeente Purmerend en Zaanstad samen) een opdracht voor de directeur opgesteld. In deze opdracht zijn voor de periode van één jaar (2021) afspraken gemaakt over de onderwerpen waar de directeur namens het bestuur aan moet werken om de doelstellingen te realiseren
- Opdrachtgeversrol
De opdrachtgeversrol wordt gestuurd vanuit de dienstverleningsovereenkomst Participatie en dienstverleningsovereenkomst Groenonderhoud. In de periodieke voortgangsgesprekken over participatie wordt met Werkom gesproken over instroom, uitstroom, doorlooptijden, klanttevredenheid en de mogelijkheden voor bijsturing. Naast de dienstverleningsovereenkomst is er einde 2020 een verbeterplan door Werkom opgesteld en zijn afspraken gemaakt over de implementatie en het tijdpad.
- Samenspel rollen
De wisselwerking tussen de eigenaarsrol en opdrachtgeversrol is belangrijk. De meerjarige kaders vanuit de eigenaarsrol werken door in gewijzigde dienstverleningsovereenkomsten in de opdrachtgeversrol. Signalen vanuit de voortgangsgesprekken worden meengenomen in de eigenaarsrol. Dit samenspel wordt ambtelijk en bestuurlijk georganiseerd door een goede overlegstructuur.
Financiële positie
In de begroting 2022 van Werkom wordt de huidige infrastructuur in stand gehouden en uitgegaan van ongewijzigd beleid met een (beperkt) aantal pilots. De gewijzigde begroting 2021 en de primaire begroting 2022 is sluitend, doordat de operationele tekorten kunnen worden opgevangen door onttrekkingen aan de algemene reserve. De raad heeft een positieve zienswijze op de begroting gegeven. Het bestuur van Werkom heeft de begroting 12 juli 2021 conform vastgesteld.
De resultaten van de strategische herijking zullen worden verwerkt in de kadernota/begroting 2023.
Risico's
Nu Werkom drie jaar bestaat kan gezegd worden dat de basis van het bedrijf in hoofdlijnen op orde is. Dit betekent niet dat het risicoprofiel verandert. Dat blijft ongewijzigd hoog. Waar het in de eerste twee jaar vooral over beheersingsrisico’s ging, zien we dat Werkom nu ook een volgende stap in ontwikkeling van het bedrijf moet zetten. Een stap die veel meer gaat over de bijstelling van de strategische koers. Voor welke doelgroep doen we dit? Hoe transformeren we van SW-bedrijf naar een modern leerwerkbedrijf dat inclusieve arbeid biedt? Werkom opereert in een complexe omgeving. Dat is een risico in zichzelf. De ingebouwde beheersmaatregelen zijn nog steeds passend om die risico’s te beheersen, maar duidelijk is ook dat het perspectief op die risico’s verschuift.
In de begroting zijn conform BBV-voorschriften, in de risicoparagraaf expliciete risico’s benoemd:
- Strategische herijking leidt niet tot een sluitende begroting
- Productieverlies door opbouw van het bedrijf
- Grotere toename dan verwacht op lange leerwerktrajecten en nieuw beschut
- Orderverlies
- Privacy en informatiebeveiliging
- Grotere uitstroom van mensen met een SW-indicatie
- Beleidsherijking Participatiewet
Beleidsherijking Participatiewet
Vooruitlopend aan de beleidsherziening, die in maart van 2021 tot het fundament van een nieuw beleidskader zal leiden, hebben we met Werkom afspraken gemaakt om het maatschappelijke rendement te vergroten door uitstroom bevorderende maatregelen te nemen. Dit zijn veelzijdige maatregelen, zoals het ontwikkelen van nieuwe leerwerktrajecten, maar ook de professionele ontwikkeling van jobcoaches, werkmeesters en casemanagers, alsmede keuzes in de bedrijfsvoering die die beweging ondersteunen. Dit hebben we vastgelegd in het plan ‘Werkom werkt aan meer uitstroom’. Dit plan is ook een beheersinstrument, naast de Dienstverleningsovereenkomst participatie (NDVO) en het vast te stellen beleidskader, om ervoor te zorgen dat Werkom met een meerjarig sluitende begroting kan werken.
Beheersmaatregelen
- NDVO
- Verbeterplan Werkom werkt aan meer uitstroom
- Opdracht directeur Werkom
- Een beleidsherziening om een toekomstbestendig handelingskader voor Werkom te creëren
- Daarnaast stuurt het bedrijf kort cyclisch op de uitvoering door:
- Goed monitoren en tijdig in gesprek gaan met de gemeenten om de landelijke ontwikkelingen goed te volgen
- Goed contact houden met de opdrachtgevers, accountmanagement stevig neerzetten
- Het bestand van mensen in de uitkering van beide gemeenten is groot. Goede afspraken over instroom maken
- Er is een bedrijfsvoeringsoverleg tussen beide gemeenten en Werkom ingericht om ontwikkelingen goed te volgen
hoog
Privaatrechtelijk
- Privaatrechtelijk Huisvuil Centrale(Bedragen x €1.000)Huisvuil CentraleRechtsvorm:
Naamloze vennootschap
Oprichtings-/publicatiedatum:Vestigingsplaats:AlkmaarToezichtsregime:hoogOpenbaar belangDe Huisvuil Centrale (HVC) heeft als doel het zeker stellen dat tegen de laagste kosten en op verantwoorde wijze het Zaanse rest-, grof- en gft-afval wordt verwerkt.
Bestuurlijk belangDe gemeente Zaanstad heeft 265 aandelen in HVC. Wethouder Baerveldt vertegenwoordigt de gemeente in de AvA, plaatsvervanging wethouder Mutluer
Stemverhouding: 7,87%Actualiteiten en risico'sMarktontwikkelingen
A. Zaanstad als eigenaar (aandeelhouder)
HVC is een ketenbedrijf met focus op hergebruik en duurzame energie, van en voor haar publieke aandeelhouders. Krachtenbundeling maakt het mogelijk om complexe projecten voortvarend aan te pakken. Door de organisatorische inrichting wordt geborgd dat er focus is op de verschillende hoofdactiviteiten. Activiteiten renderen zelfstandig en leveren een verantwoord rendement. Er is geen sprake van kruissubsidiëring. Risico’s zijn in beeld en beheersbaar. Het aanwezige risico houdt vooral verband met afvalverbranding en betreft een marktrisico: de bedrijfsafvaltarieven, de energieprijzen, prijsprikkels van de overheid (verbrandingsbelasting, importheffing, CO2-heffing). Dit marktrisico is sinds 2015 niet afgenomen. Door robuust afschrijven is de omvang van het risico wel afgenomen. Het liquiditeitsrisico is evenwel klein omdat het samenhangende herfinancieringsrisico beperkt is. Er is voldoende ruimte om binnen de bestaande afspraken met aandeelhouders en banken herfinanciering met garanties van aandeelhouders aan te trekken. Daarnaast zijn er voor kortlopende financieringsbehoeften als gevolg van timingverschillen of calamiteiten aanvullende financieringsfaciliteiten beschikbaar, waaronder € 81 miljoen kasgeldfaciliteit en € 8 miljoen rekening courant faciliteit. Op dit moment is nog veel onduidelijk over de uiteindelijke effecten van Corona virus op bedrijfsvoering van HVC.
Financiën
Het huidige financieel kader is in 2015 vastgesteld door directie en raad van commissarissen. Dit kader gaat uit van een solvabiliteitsgroei naar 27% in 2024, om vanaf dat moment de mogelijkheid te hebben om HVC te financieren zonder garantstelling door de aandeelhouders. Leningen die zijn gebaseerd op artikel 9 van de ballotageovereenkomst worden afgebouwd. Dit betreft dus gegarandeerde leningen waarbij de aandeelhouders hoofdelijk aansprakelijk zijn. De zogenaamde artikel 7 (oftewel de niet- gegarandeerde leningen) zullen volledig afgelost zijn in 2024.
Daarnaast is het van belang dat HVC eigen vermogen opbouwt. Ook in de komende jaren is er geen uitkering van dividend. Het positieve nettoresultaat over 2020 wordt toegevoegd aan het eigen vermogen. Het eigen vermogen stijgt naar € 142 miljoen(2019: € 126 miljoen) en de solvabiliteit stijgt met één procentpunt naar 14%.Algemene Vergadering van aandeelhouders 27 mei 2021
In de raadsinformatiebrief 2021/11271 zijn de besluiten en een toelichting hierop opgenomen. De belangrijkste punten zijn:
- Omvang aandeelhouderschap van gemeente Zaanstad wordt lager (van 9,09% naar 7,87%)
De gemeenschappelijke regeling Avalex (Gemeenten Delft, Midden-Delfland, Leidschendam-Voorburg, Pijnacker-Nootdorp, Rijswijk en Wassenaar) en de Gemeente Oostzaan treden als aandeelhouder toe tot HVC. De toetreding van Avalex en Oostzaan levert een bijdrage aan de beheersing van het marktrisico rond de afvalenergiecentrales. Voor Zaanstad zal hierdoor een pro rata daling plaatsvinden van de garantstelling voor financiering per aandeelhouder (-13,5%) en een evenredige afname van de jaarlijkse garantiestellingprovisie. Door de uitgifte van aandelen aan Avalex en Oostzaan veranderd de omvang van het aandeelhouderschap van Zaanstad naar 7,87%.
- De ontwikkeling warmtesysteem Westland en realisatie geothermieproject Maasdijk.
HVC ontwikkelt een samenhangend warmtesysteem, het ‘Warmte Systeem Westland’ waar de ontwikkeling van het geothermieproject Maasdijk deel van uitmaakt. De totale investering ten behoeve van geothermieproject Maasdijk bedraagt € 112 miljoen. Dit bedrag wordt terugverdiend in 15 jaar, inclusief vereist rendement op ingelegd vermogen.
B. Zaanstad als opdrachtgever
Nieuwe DVO HVC-gemeente Zaanstad
Zaanstad neemt ook diensten af van de HVC, waaronder afvalinzameling en gladheidsbestrijding. Deze taken zijn vastgelegd in een dienstverleningsovereenkomst (DVO). Begin 2020 is een nieuwe DVO met HVC afgesloten voor de periode van 7 jaar.
Risico analyse
Risico’s van warmte-activiteiten
De risico’s zijn in beeld en beheersbaar, op de risico’s wordt ingespeeld. Als onderdeel van de behandeling van het risico-aspect van de warmteactiviteiten heeft de Klankbordgroep aan het Innovatieplatform (IP) gevraagd of investeren in collectieve warmte via HVC een veilige keuze is.
Beheersmaatregelen
- Annotaties van de agenda van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders in het college van B&W
- Ambtelijk overleg met verschillende klankbordgroepen (zowel financiële als beleidsmatige) met de overige aandeelhouders van HVC.
hoog - Privaatrechtelijk Warmtenet(Bedragen x €1.000)WarmtenetRechtsvorm:
BV
Oprichtings-/publicatiedatum:01-01-2019Vestigingsplaats:ZaandamToezichtsregime:hoogOpenbaar belangHet op gang brengen van de transitie naar een aardgasloze gebouwde omgeving. De legitimering van een overheidsinterventie op basis van marktfalen is hier van toepassing op de casus warmtenet in Zaandam-Oost. Het doel is het transporteren van warmte uit o.a. biomassa van Bio Forte aan afnemers in Zaanstad.
Bestuurlijk belangWethouder Krieger vertegenwoordigt de gemeente in de AvA, plaatsvervanging wethouder Breunesse.
Gemeente Zaanstad is samen met Duurzame Energienetwerken Noord-Holland (DENH) eigenaar van het Warmtenet Zaanstad BV. Gemeente Zaanstad heeft een belang van 39% in de Aandelen (uitsluitend stemgerechtigd), alsmede een belang van 100% in de Aandelen C (stemrechtloos)
Stemverhouding: 39,0%Actualiteiten en risico's- Voortgang
Het huidige warmtenet (fase 1) voorziet in het aansluiten van 2.600 woning equivalenten (weq) aan woningen en utiliteiten (waaronder het zwembad De Slag) waarvoor de investeringen reeds zijn gedaan en/of begroot in WNZ fase 1. De planning voor implementatie van de geplande aansluitingen is echter als gevolg van het intrekken van de PAS (Programma Aanpak Stikstof) aanzienlijk vertraagd, waardoor ook de trajecten voor vergunning verlening (Wnb en Omgevingsvergunning Bio Forte en HWC Brandaris). Vervolgens is extra vertraging ontstaan in de planning door het uitbreken van de Corona-crisis, waardoor het testprogramma en de definitieve ingebruikname van de biomassacentrale als eerste warmtebron verdere vertraging opliep.In 2020 zijn 7 van de 11 project componenten van het warmtenet in de gemeente Zaanstad gerealiseerd. Dit betreft de componenten ‘Hoofdtracé’, ‘Gouwpark transportnet’, ‘Regelstation Gouwpark’, ‘WOS Bio Forte’, ‘Transportpompen in HWC’s Perim’ en ‘Transportpompen in HWC’s Brandaris’, ‘Scada’. Er zijn nog 4 componenten van het project onderhanden (‘Gouwpark distributienet’, ‘Transportnet Zwembad De Slag’, ‘Oosterzijderpark distributie net fase 2’ en ‘Transportnet Oostzijderpark’).
Per juli 2021 zijn er daadwerkelijk 1.583 woningequivalenten(weq) aangesloten. Voltooiing wordt thans voorzien in 2024 wanneer alle geprojecteerde weq’s daadwerkelijk zijn aangesloten. Op dat moment ontvangt WNZ de volledige inkomsten.
- Resultaten op de businesscase:
De opgelopen vertragingen hebben grote impact gehad op de begrote warmtelevering van WNZ en daarmee op de inkomsten, doordat er minder GJ zijn gefactureerd in de aanvangsperiode. Er zijn beheersmaatregelen opgesteld en deze worden door WNZ gemonitord.
Ten opzichte van het oorspronkelijke plan betekent de vooralsnog opgelopen vertraging in warmtelevering overigens níet dat de businesscase of het terugverdienvermogen onhaalbaar zouden zijn.
- Maatschappelijke onrust biomassacentrale
De maatschappelijke discussie over de inzet van bio-grondstoffen als energiedrager is nog altijd actueel. Het SER-advies van 2020 over de voorwaarden voor en de noodzaak van het inzetten van bio-grondstoffen als alternatief voor aardgas in een transitiefase heeft deze niet doen verdwijnen, maar actieve communicatie daarover heeft vooralsnog wel positief bijgedragen aan deze discussie. Zaanstad blijft kritisch kijken naar de inzet van bioenergie als tijdelijke transitie energiebron voor het warmtenet Zaanstad. (Noot: Zie ook raadsinformatiebrief met kenmerk 2021/2820).
- Korte terug- en vooruitblik 2021-2022
- Op 2 juni 2020 heeft de Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AVA) plaatsgevonden. De AvA heeft een besluit genomen over de vaststelling van de jaarrekening 2020
- De ontwikkeling van het businessplan voor de duurzame doorgroei van het warmtenet is in volle gang. Daarbij wordt de (concept-) TransitieVisie Warmte van ZNSTD en het gesprek daarover met Woningcorporaties meegenomen. Verdergaande ontwikkelingen zijn verder tevens afhankelijk van de door EZK beoogde ‘kavel’ indeling die in de nieuwe Wet Collectieve Warmtevoorziening wordt verwacht.
- Er wordt momenteel gewerkt aan de ontwikkeling van een subsidieaanvraag in het kader van de BZK-regeling Proeftuin Aardgasvrije Wijken voor de ronde van eind mei 2021.
De raad zal actief geïnformeerd worden in een raadsinformatiebrief zodra er ontwikkelingen zijn voor Warmetnet.
Financiële positie / Onderbouwing voorziening
- De jaarrekening 2020 is in juni 2021 in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders vastgesteld. Het verlies over het boekjaar 2020 EUR 221.000 wordt onttrokken aan de overige reserves van de vennootschap. (Zie ook raadsinformatiebrief met kenmerk 2021/ 11402).
- Er is nu geen aanleiding om de voorziening aan te passen. Ook het risico blijft ongewijzigd. De volgende overwegingen liggen hier aan ten grondslag
- De markt, en daarmee de toekomst van WNZ, verloopt gunstig (ondanks vooralsnog ‘tegenvallende’ resultaten door vertraging). Daarmee is er geen aanleiding om de aandelen af te waarderen. Daarnaast zijn de prospecties ook nog verre van concreet, dus er is ook nog geen toekomstige geldstroom die vrijval van de voorziening onderbouwd.
- Indien toekomstige resultaten achterblijven ontstaat wellicht op een moment wel de vraag in hoeverre de solvabiliteit van WNZ in gevaar komt. Daar is nu nog geen sprake van.
- Voor onderbouwing van het risico gaat het vooral om de vraag hoe concreet uitbreiding van het net in beeld komt. We staan nu nog relatief aan het begin van het project en er is nog geen aanleiding om het risico te herwaarderen. Echter, fase 2 komt binnenkort in beeld en kan aanleiding vormen om het risico te herzien en eventueel te verlagen. Conclusie is om dit nader te evalueren als er eind 2021 begin 2022 meer helderheid ontstaat over het vervolg van Kogerveld.
Risicoprofiel
Het financieel belang is hoog. De gemeentelijke deelneming is onderhandeld op € 4,25 miljoen. Deze deelneming is op die basis nu gewaardeerd op € 1,95 miljoen. Gemeente Zaanstad heeft een voorziening getroffen voor het verschil van € 2,3 miljoen. Het risico dat de getroffen voorziening te klein blijkt (omdat de marktwaarde van de deelneming daalt) is opgenomen als risico voor het weerstandvermogen. De politieke en maatschappelijke betrokkenheid zijn groot: de activiteiten van het Warmtenet richten zich op het leveren van warmte aan inwoners. De gemeente participeert in het Warmtenet vanuit het publieke belang en de maatschappelijke doelen die de gemeente wil realiseren
Risico’s
- Publieke opinie over het gebruik van op hout gestookte biomassacentrales, zoals in de biomassacentrale voor het warmtenet, wordt negatiever
- Als er onvoldoende voortgang wordt geboekt op het ontwikkelen van alternatieve warmtebronnen, heeft dit tot gevolg dat:
- Uitbreiding van het warmtenet langer duurt
- Biomasscentrale langer blijft werken
- Als de resultaten van de metingen Biomasscentrale niet binnen de wettelijke normen vallen kan dit leiden tot aanvullende maatregelen. Dit kan financiële consequenties hebben
Beheersing
- Actief in gesprek blijven met de expoitant van de biomassacentrale en de ODNZKG en ODNHN m.b.t. naleving van uitstootlimieten.
- De Klankbordgroep van raadsleden over de biomassacentrale actief blijven betrekken over de naleving van afspraken over de inzet van bio-grondstoffen, maar ook over de vorderingen met betrekking tot de ontwikkelen van alternatieve warmtebronnen.
- Deelname aan de MRA-wg biomassa en MRA Warmte Koude Programma, en samen met MRA gemeenten actief optrekken in dit dossier.
- Actieve deelname door ZNSTD in verschillende gremia om te kunnen anticiperen / invloed uit te kunnen oefenen op de ontwikkelingen rondom de ontwikkeling en implementatie van de nieuwe Wet Collectieve Warmtevoorziening (Warmtewet 2.0) en het Zaanse onafhankelijk warmtenet als landelijk voorbeeld onder de aandacht te kunnen blijven brengen.
- Annotaties B&W AVA Warmtenet;
- Voorlichting over Biogrondstoffen en de stand van zaken rondom de ontwikkeling in Zaanstad van alternatieve warmtebronnen zoals geothermie, aquathermie.
hoog - Privaatrechtelijk Alliander(Bedragen x €1.000)AllianderRechtsvorm:
Naamloze Vennootschap
Oprichtings-/publicatiedatum:1 juli 2009Vestigingsplaats:ArnhemToezichtsregime:middelOpenbaar belangNetbeheer en distribueren van elektriciteit en gas voor producenten en afnemers. Voor burgers en ondernemers is een goed werkend en betaalbaar distributienetwerk van gas en elektriciteit cruciaal. Alliander heeft een belangrijke rol in het mogelijk maken van verdere verduurzaming van de Nederlandse energievoorziening.
Bestuurlijk belangWethouder Baerveldt vertegenwoordigt de gemeente in de AvA, plaatsvervanging wethouder Mutluer
Stemverhouding: 0,9%Actualiteiten en risico'sActualiteiten en risico's
Als gevolg van de oplopende investeringen in de energietransitie, heeft Alliander een voorstel voor kapitaalversterking voorgelegd aan de aandeelhouders. Voor gemeente Zaanstad betekent dit geen participatie of een participatie van minimaal € 5,4 mln in een reverse coverteerbare hybride obligatielening. De raad besluit in het vierde kwartaal van 2021 of gemeente Zaanstad wel of niet gaat participeren. In het derde kwartaal worden er informatiesessies door Alliander gehouden om de raad actief te informeren over deze kapitaalversterking.
middel - Privaatrechtelijk Betaalbare Koopwoningen Zaanstad(Bedragen x €1.000)Betaalbare Koopwoningen ZaanstadRechtsvorm:
Besloten Vennootschap
Oprichtings-/publicatiedatum:Vestigingsplaats:ZaandamToezichtsregime:hoogOpenbaar belangHet doel van Betaalbare Koopwoningen Zaanstad (BKZ) is tweeledig: - Het bevorderen van de volkshuisvesting overeenkomstig het beleid van de gemeente Zaanstad - Het realiseren van kwalitatief hoogwaardige sociale koopwoningen in de gemeente Zaanstad; het via erfpacht beschikbaar stellen van deze woningen aan de gewenste doelgroep en het uitvoeren van een beleid teneinde deze woningen zoveel mogelijk voor de doelgroep te behouden
Bestuurlijk belangGemeente Zaanstad is voor 100% eigenaar van de aandelen. Het voltallig college vertegenwoordigt de enige aandeelhouder gemeente Zaanstad
Stemverhouding: 100%Actualiteiten en risico'sOntwikkelingen BKZ
BKZ Holding kent diverse modellen met elk een aparte BV:
- De portefeuille van BKZ BV traditioneel omvat op 1 januari 2021 nog ca. 192 contracten.
- De portefeuille van GRZ BV omvat op 1 januari 2021
- BKZ erfpachtvariant 167 contracten.
- BKZ instap ca. 44 contracten.
Ontwikkeling nieuw model : BKZ Starterswoning
Voor de bestaande modellen zit BKZ in een beheer fase , waarbij de nadruk komt te liggen om een goede beheersing van de financiën en cashflow en inzicht in het risico van het niet aflossen (afnemen van tranches). De overspannen woningmarkt van de laatste jaren heeft geleid tot een sterke stijging in de mate van tranche en grondafname. In 2020 is verder verkend of BKZ kan participeren in nieuwe activiteiten in de woningmarkt. Een nieuw ontwikkeld model (BKZ Starterswoning) gericht op het realiseren en behouden van bereikbare koopwoningen voor starters en huishoudens met lage middeninkomens, is begin 2020 door de raad vastgesteld. Het model voldoet aan hetgeen is bepaald in de door de gemeente vastgestelde doelgroepenverordening Sociale Koop op basis waarvan in nieuwe bestemmingsplannen een contingent sociale koopwoningen verplicht moet worden gerealiseerd. Op dit moment vinden gesprekken plaats met ontwikkelaars en zijn in diverse anterieure overeenkomsten afspraken gemaakt over de realisatie van dit type BKZ woningen. Verwachting is dat de eerste woningen begin 2022 in het model worden verkocht.
Ontwikkeling nieuw model / BV Duurzaam Funderingsherstel Zaanstad
Door de overspannen woning- en bouwmarkt is het in 2017 vast gestelde model Duurzaam Funderingsherstel Zaanstad verder (DFZ) geëvalueerd. Dit model gaat om funderings- en cascoherstel in combinatie met het aanbrengen van energiebesparende maatregelen. Het model is op juridisch, financieel en aanbestedingsgebied aangepast. Ook heeft BKZ zelf een tweetal woningen aangekocht in de aangewezen pilotblokken. Begin 2021 heeft er besluitvorming over de herijking van het DFZ model plaats gevonden en vindt in 2021 een nieuwe aanbesteding van een pilotblokje plaats. Verwachting is dat deze pilot eind 2021 kan worden uitgevoerd. Verwachting is dat dit model op kleine schaal (bouwblok) wordt ingezet. Omdat de herijking leidt tot een flexibelere inzet van het model wordt de inzet van het model ook verkend bij andere funderingsprojecten.
In 2020 is ook een variant ontwikkeld voor kleinschalige particuliere sloop/nieuwbouw. In 2021 wordt verder verkend waar deze zou kunnen worden ingezet.
Risicoprofiel
Het zwaartepunt van de risico's van BKZ liggen op het politieke en financiële vlak. De doelstelling van BKZ is bijdragen aan de volkshuisvesting binnen de gemeente Zaanstad. Deze doelstelling heeft politiek de aandacht. Vanwege de rekening courant en de leningsovereenkomst, die BKZ heeft afgesloten met de gemeente Zaanstad voor BKZ traditioneel tot een maximumbedrag van respectievelijk 5,5 miljoen euro en voor de Garantieregelingen tot 31 miljoen, is het financieel belang groot te noemen.
Risico analyse
- Financiële positie
Jaarrekening 2020 is beschikbaar en wordt vastgesteld in de AvA van 27 oktober 2021. BKZ heeft het jaar 2020 afgesloten met een positief resultaat van € 135.498. Door de waardestijging op de woningmarkt heeft de afname trend van tranches en gronden zich ook in 2020 voortgezet. Dit heeft geleid tot verdere aflossing van de RC van BKZ met € 1,1 miljoen waardoor het saldo eind 2020 positief is € 1,5 mln. Ook op de lening voor GRZ is afgelost en bedraagt het uitstaande bedrag nog € 15,3 mln. Daarnaast is er ook hier sprake van een rekening-courantverhouding die eind 2020 circa +/+ € 3,6 mln bedraagt.
Het eigen vermogen bedraagt ca € 16,5 mln.
- Risico's
- Het trancherisico op de opstal bestaat nog wel. Hierbij worden de tranches (20% (traditioneel) en 30% (afzetgarantiewoningen) van de opstalwaarde) niet afgenomen door de kopers (en dus niet terugbetaald op korte termijn). Dit komt omdat er geen inkomensstijging plaatsvindt. Gevolg is dat pas bij (door)verkoop de resterende tranches worden gerealiseerd (afgelost). BKZ monitort dit. Het risico wordt vertaald in de kasstroom.
- Risico van waardevermindering van de grond in de toekomst. De grond wordt na 25 jaar geherwaardeerd.
- Hoogconjunctuur leidt tot positieve kasstroom door afname van tranches en grond. Echter hierdoor daalt het aantal BKZ woningen en beschikbaarheid van woningen voor de doelgroep.
- Beheersmaatregelen
- Jaarlijkse inkomenstoets bij kopers door BKZ;
- periodieke rapportages naar college (3x) en college en raad (1x). Deze rapportages bevatten gegevens met betrekking tot aantal woningen, liquiditeit, prognoses cashflow, risico’s, etc.;
- 1 á 2 keer per maand overleg tussen ambtenaren en de directeur van BKZ; de samenwerkingsrelatie is goed;
- Operationalisering van het nieuwe model (BKZ Starterswoning) waarbij BKZ woningen langer voor de doelgroep kan behouden;
- In het Plan van aanpak Verbetering kwaliteit woningvoorraad is geld gereserveerd voor de realisatie woningen duurzaam funderingsherstel Zaanstad in de periode 2018-2022.
hoog - Privaatrechtelijk Regionale ontwikkelingsmaatschappij Noordzeekanaalgebied(Bedragen x €1.000)Regionale ontwikkelingsmaatschappij NoordzeekanaalgebiedRechtsvorm:
Naamloze vennootschap
Oprichtings-/publicatiedatum:Vestigingsplaats:AmsterdamToezichtsregime:middelOpenbaar belangDe Regionale Ontwikkelingsmaatschappij Noordzeekanaalgebied (RON) is het uitvoeringsinstrument voor het (her)ontwikkelen van bedrijventerreinen zoals beschreven in het Masterplan Noordzeekanaalgebied.
Bestuurlijk belangWethouder Krieger vertegenwoordigt de gemeente in de AvA, plaatsvervanging wethouder Breunesse
Stemverhouding: 33,3%Actualiteiten en risico'sOntwikkelingen
Algemeen
RON NV is opgericht in 1999 met het doel nieuwe en bestaande werklocaties te herontwikkelen. In de periode 2010 en 2011 heeft de vennootschap een doorstart gemaakt gericht op een gecontroleerde afbouw van de grond- en vastgoedactiviteiten. Momenteel concentreren de werkzaamheden zich op de ontwikkeling van bedrijvenpark Hoogtij.
Toekomst RON
In de AvA van 16 december 2020 is gesproken over versnelde afbouw van de RON en door de aandeelhouders uitgesproken daadwerkelijk werk te maken van de versnelde afbouw. Teneinde deze afbouw vorm te geven is het zaak dit vanuit Zaanstad in 2021 verder voor te bereiden.
De afbouw is in verschillende scenario’s uitgewerkt. Het voorstel is om op basis van het ontvlechtingsscenario de versnelde afbouw van RON NV vorm te geven. De raad heeft op de keuze voor het ontvlechtingsscenario in mei/juni een positieve zienswijze gegeven.
In de AvA van 8 juli 2021 is besloten In te stemmen met het voornemen tot liquidatie van RON NV, waarbij van de kant van de gemeente Zaanstad is ingestemd onder voorbehoud van goedkeuring door de gemeenteraad, en van de zijde van het Havenbedrijf Amsterdam onder voorbehoud van goedkeuring door haar RvC en aandeelhouder;
Uitgangspunt is ontbinding van RON NV per 1 januari 2022.
Risicoprofiel
Het risicoprofiel van de RON is in 2020 bijgesteld naar gemiddeld.
Financiële positie
RON heeft in het verslagjaar 2020 een positief resultaat na vennootschapsbelasting behaald van € 1,4 miljoen. Dit resultaat is de resultante van de opbrengsten en organisatiekosten van de vennootschap alsmede vennootschapsbelasting van de fiscale eenheid, per saldo € 0,4 miljoen negatief, alsmede de gerealiseerde resultaten op deelnemingen van € 1,8 miljoen positief.
Risico's
- Negatieve marktontwikkelingen, waardoor grondverkopen uitblijven. Op dit moment niet aan de orde, zie ontwikkelingen en risicoprofiel.
- Renterisico; rente is nu laag maar kan in de komende jaren stijgen, waarbij de RON t/m 2022 resp. 2026 nog een leningen bij BNG heeft lopen tegen een rentepercentage van 0,7% en 1,19% Deze leningen worden door de gemeente Zaanstad overgenomen.
Beheersmaatregelen
- RON rapporteert per kwartaal naar aandeelhouders.
- Monitoring van risico’s, zowel algemeen als projectspecifiek
- RON is risicomijdend, indien het economisch verantwoord is worden risico’s zo veel mogelijk afgedekt
- Jaarlijkse monitoring van grondwaarden
- Vooraf bespreken van aandeelhoudersbesluiten in het college voordat besluitvorming plaatsvindt in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders
- Periodiek overleg over voortgang van projecten, zowel ambtelijk als bestuurlijk
middel - Privaatrechtelijk Bank Nederlandse Gemeenten(Bedragen x €1.000)Bank Nederlandse GemeentenRechtsvorm:
Naamloze vennootschap
Oprichtings-/publicatiedatum:1914Vestigingsplaats:Den HaagToezichtsregime:middelOpenbaar belangDe Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) is de bank van en voor overheden en instellingen met een maatschappelijk belang. Met gespecialiseerde financiële dienstverlening draagt BNG bij aan zo laag mogelijke kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger. Daarmee is de bank essentieel voor de publieke taak.
Bestuurlijk belangWethouder Krieger vertegenwoordigt de gemeente in de AvA, plaatsvervanging wethouder Breunesse. Zaanstad is niet vertegenwoordigd in de RvC.
Stemverhouding: 0,07%Actualiteiten en risico'sIn 2020 heeft BNG Bank haar strategie aangescherpt. Op basis van haar purpose ‘gedreven door maatschappelijke impact’ kiest de bank ervoor om zich exclusief te richten op de publieke sector. Daarbij ligt de focus op vier Sustainable Development Goals (SDG’s) waarmee de bank samen met publieke klanten het verschil wil maken:
- goede gezondheid en welzijn (SDG 3)
- kwaliteitsonderwijs (SDG 4)
- betaalbare duurzame energie (SDG 7)
- duurzame steden en gemeenschappen (SDG 11).
BNG Bank streeft niet naar winstmaximalisatie, maar naar maatschappelijke impact en een redelijk rendement voor de aandeelhoudende overheden. De nettowinst over 2020 komt uit op EUR 221 miljoen, ondanks de zeer lage rentetarieven. De winststijging van 36% is vooral veroorzaakt door de in historisch perspectief hoge incidentele debiteurenvoorziening in 2019. De toevoeging aan de debiteurenvoorziening in 2020 bedraagt EUR 15 miljoen. Het renteresultaat van BNG Bank bedraagt EUR 477 miljoen (2019: EUR 435 miljoen). Het resultaat financiële transacties komt per saldo uit op EUR 17 miljoen negatief. De daling van EUR 53 miljoen ten opzichte van 2019 is vooral veroorzaakt door de COVID-19-pandemie. Die heeft onder andere geleid tot hogere opslagen voor krediet- en liquiditeitsrisico’s van rentedragende waardepapieren en leningen, met lagere waarderingen als gevolg.
BNG Bank verwacht in 2021 voor EUR 11,5 miljard aan nieuwe langlopende leningen te verstrekken aan haar publieke klanten. Klanten ondervinden ook dit jaar de gevolgen van de COVID-19-pandemie. BNG Bank zal blijven doen wat mogelijk is om haar klanten waar nodig te ondersteunen. Het financieringsbeleid van BNG Bank blijft onveranderd gericht op permanente toegang tot de geld- en kapitaalmarkt voor de gewenste looptijden en volumes tegen zo laag mogelijke kosten. De volatiliteit op de financiële markten zal dit jaar naar verwachting groot blijven. Dat maakt het doen van voorspellingen over het verwachte nettoresultaat 2021 niet verantwoord.
middel - Privaatrechtelijk Masterplan Noordzeekanaalgebied(Bedragen x €1.000)Masterplan NoordzeekanaalgebiedRechtsvorm:
Stichting
Oprichtings-/publicatiedatum:Vestigingsplaats:IJmuidenToezichtsregime:middelOpenbaar belangHet op duurzame wijze versterken van de regionale economie in het Noordzeekanaalgebied door het benutten van de potentie van het regionale haven- en industrieel complex.
Bestuurlijk belangWethouder Krieger en wethouder Baerveldt zijn beiden lid van het stichtingsbestuur, vervanging wethouder Breuness en Mutluer
Stemverhouding: 17%Actualiteiten en risico's****geactualiseerde tekst volgt nog
De visie Noordzeekanaalgebied 2040 en de bijbehorende uitvoeringsagenda bepalen het activiteitenprogramma van de stichting Masterplan Noordzeekanaalgebied. Het samenwerkingsverband voert een deel van de uitvoeringsagenda-activiteiten uit, een deel in afspraken tussen afzonderlijke deelnemende partijen. Het geactualiseerde Uitvoeringsprogramma Noordzeekanaalgebied 2020 is te vinden op https://www.noordzeekanaalgebied.nl/wp-content/uploads/2020/03/Uitvoeringsprogramma_NZKG_2020-definitieve-versie.pdf
Het Uitvoeringsprogramma NZKG is de jaarlijkse vertaling van de bestuurlijke agenda van de Visie. In het Uitvoeringsprogramma zijn de lopende activiteiten en projecten beschreven voor realisatie van de visie. In 2020 is meer dan eens duidelijk geworden dat de opgaven in het gebied ten aanzien van verstedelijking, (circulaire)economie, energietransitie, etc, meer ruimte vragen dan er beschikbaar is. Daarom werkt het Uitvoeringsprogramma aan een integrale sturing op de opgaven in het gebied.
middel - Privaatrechtelijk Vereniging Bedrijvenpark HoogTij(Bedragen x €1.000)Vereniging Bedrijvenpark HoogTijRechtsvorm:
Vereniging
Oprichtings-/publicatiedatum:Vestigingsplaats:ZaandamToezichtsregime:laagOpenbaar belangBevordering van het kwaliteitsniveau en de behartiging van de gezamenlijke belangen van de eigenaren van de gronden en gebouwen in het bedrijvenpark Hoogtij.
Bestuurlijk belangEen medewerker van de gemeente Zaanstad is benoemd als vertegenwoordiger van Zaanstad. Er participeert niemand van het college in het bestuur. Ieder lid is bevoegd tot het uitbrengen van een zodanig aantal stemmen als overeenkomt met iedere vierkante meter grond in het bedrijvenpark waartoe het lid is gerechtigd is Het algemeen bestuur bestaat uit 3 leden, Zaanstad levert de secretaris.
Stemverhouding: 0%Actualiteiten en risico'sZaanstad is als grondeigenaar/ontwikkelaar lid van de Vereniging Bedrijvenpark HoogTij (VBH). VBH is een vereniging waarin grondeigenaren van nog uit te geven gronden op HoogTij en de gevestigde ondernemers participeren. KG Parkmanagement geeft in opdracht van de grondeigenaren en de VBH invulling aan het parkmanagement. De vereniging is verantwoordelijk voor een blijvende kwaliteit van de openbare ruimte en bedrijfskavels. Dit is van cruciaal belang voor een goed vestigingsklimaat, nu en in de toekomst. De vereniging is daarnaast het eerste aanspreekpunt voor de ondernemers op HoogTij. Zo kunnen ondernemers wensen en ideeën over bijvoorbeeld de uitstraling van het terrein, collectief in te kopen diensten en veiligheid op het terrein bespreken. Zaanstad heeft zich ingespannen en zal zich blijven inzetten om, samen met de grondeigenaren en ondernemers, de kwaliteit van het bedrijventerrein te behouden en te versterken.
De vereniging bestaat per 1 september 2021 uit 58 leden, de verwachting is dat dit aantal zal groeien. De bijdrage per lid wordt berekend op basis van m2 prijs en kavelgrootte: tm 30.000 m2 (€ 0,28 per m2) deel boven de 30.000 m2 (€ 0,14 per m2). Daarnaast betalen nieuwe leden/kopers eenmalig een calamiteitenbijdrage na levering kavel van € 0,20 per m2. Dit bedraagt in Euro's in totaal 80.700,-- excl. Btw.
De gemeente Zaanstad betaalt de Vereniging een vergoeding voor het laten uitvoeren van het beheer en onderhoud aan het openbare gebied. In 2020 bedroeg deze vergoeding € € 90.349,-- .
Op 15 juni 2021 is de jaarrekening 2020 van de vereniging vastgesteld.
laag